30A
55
VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.
STERFTEST ATISTIEK.
Inleiding.
De opzet van het voorliggende rapport is, de in het voor
jaar van 1916 verkregen gegevens betreffende bevolking
en woningen te toetsen aan de sterftecijfers.
Om toevalligheden uit te schakelen, is het, vooral bij
sterke detailleering der sterftecijfers, noodig deze over
een aantal jaren te nemen. Uitgegaan is van de gemiddel
den van het tijdvak 1911 t/m 1915, d.i. de periode van 5 jaar,
aan de telling voorafgaande.
Vergelijking van de sterftecijfers 1911 tot en met 1915 met
de bevolkings- en woningscijfers 1916 is uiteraard niet
geheel zuiver; de onjuistheden zijn echter binnen zekere
grenzen gehouden, door uitschifting van de wijken, waar
van de bevolkingscijfers beneden zeker minimum liggen,
of (de aantallen woningen) in de beschouwde periode een
boven zekere grens reikend accrès vertoonen.
Omzichtigheid in het trekken van conclusies blijft echter
geboden.
De mortaliteitseijfers geven nooit een zuiver beeld
omtrent hygiënische toestanden, daar zij zéér sterk beïn
vloed worden door nataliteit, mortaliteit, vestiging en
vertrek in vorige perioden. Dit geldt reeds voor geheele
landen en voor groote steden; typeerend is, dat de mortali
teit van den Haag tot bijna 10 0/w gedaald is, hetgeen slechts
door deze overweging kan worden verklaard.
Een verdeeling van de Haagsche bevolking over de
verschillende leeftijden staat niet ter beschikking. Een