30A
64
VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.
Ziekten der ademhalingswerktuigen, behalve tuberculose.
Kanker en andere maligne tumoren.
De hooge tuberculosesterfte in B valt byzonder op,
waar het tubereulose-sterftecijfer hier te lande voor Jood-
sehe bevolking lager pleegt te zijn, dan voor Christenen.
Beschouwing in verband met fig. VI leert, dat ook de
tuberculosesterfte geen duidelijk verband houdt met het
percentage woningen der laagste huurrubriek.
De verzamelde gegevens bevestigen ook hier de opvat
ting, dat tuberculose een „woningsziekte” is, maar wijzen
tevens op de onvolledigheid dezer definitie; tuberculose
doet zich uit ons materiaal evenzeer als „bewoningsziekte”,
en als „standsziekte” kennen.
Dat bij dit laatste (invloed van maatsehappelüken wel
stand) huisvesting en verpleging, maar vooral voeding,
een belangrijke rol spelen, is duidelijk
Uit fig. XI blijkt geen verband met de drie factoren,
waarnaar gegroepeerd is.
Wel valt op, dat de sterfte ten deze het sterkste is in de
meest ingebouwde wijken der oude stad en van Scheve-
ningen.
Volledigheidshalve is ook voor kankersterfte in de fig.
XII een groepeering naar de drie meergenoemde factoren
gegeven.
De invloeden van woning en voeding zijn gemeenlijk moeilijk
te scheiden, daar aan ongunstige woningtoestanden slechte voeding
gepaard pleegt te gaan. Interessant echter is een verschijnsel in
deze oorlogsjaren; de tuberculose-sterfte in Nederland, die tot 1914
dalende was, is sindsdien merkbaar gestegendie in België echter
is zoodanig toegenomen, dat zij in enkele van de steden meer dan
de helft der totale sterfte bedraagt. Overweegt men nu, dat in Neder
land voeding en huisvesting beide in gemiddelde hoedanigheid
daalden, maar dat in België de eerste zeer sterk, de tweede nage
noeg niet achteruitging, dan duidt dit op een overwegenden invloed
van voeding, al moge een bewijs hiermede nog niet geleverd zijn.