30A
65
VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.
Slotopmerkingen.
Uit het voorafgaande kan ten aanzien van woningtoe
standen in het bijzonder geconcludeerd worden, dat een
invloed van slechte verhoudingen in eenige wijken op de
sterfte blijkt, zoodat ook de voorliggende cijfers een aan
sporing inhouden tot het krachtig aanvatten van verbete
ringen.
Duidelijk vooral spreekt die invloed ten aanzien van
kindersterfte en sterfte aan tuberculose.
Toch dient tegen overdreven opvattingen op dit gebied
te worden gewaarschuwd.
Fig. XIX geeft een overzicht van het verloop der morta
liteit van 1885 t.m. 1915.
Deze graphiek geeft tusschen 1885 en 1905 een zeer krasse
daling te zien, welke te danken is aan algemeene sociale
maatregelen, en in hoofdzaak wel aan een behoorlijke
drinkwatervoorziening en rioleering.
Opvallend is nu, dat de verschillen in mortaliteit tus-
Aangezien kanker zich in hoofdzaak pas op meer gevor
derden leeftijd manifesteert, moet de kankersterfte be
schouwd worden in verband met den gemiddelden ouder
dom; stijging toch van den gemiddelden ouderdom brengt
vanzelf een stijging van het kanker-sterftecijfer mede. In
fig. XIV is de kankersterfte dus gegroepeerd naar den
gemiddelden ouderdom van sterfte (met uitschakeling van
de sterfgevallen beneden 5-jarigen leeftijd).
Verwacht kon nu worden een vloeiende stijging van de
kankerlijn van links naar rechts. De abnormaal geplaatste
toppen H. J en B zijn blijkbaar kwade wijken, de inzin
kingen duiden op betere toestanden, dan het gemiddelde.
Wellicht toevallig, doch vermeldensw'aard is, dat de on
gunstigste wijken tot de oudste van den Haag behooren;
op de „aanwijsinge van ’s-Hage, als die was anno 1570”, gere
produceerd in W. P. van Stockum’s „’s-Gravenhage in den
loop der tijden”, beslaat het vlek een belangrijk stuk, juist
van deze w’ijken.