32 B
5
VERSLAG GEMEENTELIJKE BIOSCOOPCOMMISSIE.
leiding' bestond om tusschenkomst te verleenen, doch dat
hij gewaarschuwd werd, dat de Commissie bij de eerstvol
gende herhaling van een onaangename bejegening zijner
zijds of van een ongepaste inmenging in de discussie der
Commissieleden niet langer in zijn inrichting zou wen-
schen te keuren. Het is te voorzien, dat de Commissie ge
noodzaakt zal zijn deze bedreiging ten uitvoer te leggen,
daar iedere afkeuring een hevig protest ten gevolge heeft.
De Commissie kan haar teleurstelling niet verhelen over
het gebrek aan medewerking van de zijde der politie onder
vonden. Zij betreurt dit des te meer, waar deze geheel
onontbeerlijk is en zonder haar de voorwaarden, door den
Burgemeester aan de speelvergunning verbonden en de
voorschriften door de Commissie voor kindervoorstellin
gen gegeven tot een doode letter worden. Herhaaldelijk
gebeurde het, dat de Commissie in de eerste voorstelling
een nieuw programma beoordeelende, tal van kinderen
beneden den leeftijd van zestien jaar in de zaal aantrof.
Ofschoon het natuurlijk dikwijls moeilijk is, den juisten
ouderdom van een kind te beoordeelen in het orgaan
van de bioscoopcommissie werd er onlangs op gewezen,
hoe ouders en kinderen om strijd de politie en den onder
nemer, die niet gaarne zijn speelvergunning in gevaar
brengt, voorliegen betrof het tal van gevallen, waarin
zelfs van geen twijfel sprake zou kunnen zijn.
Naar aanleiding van de ondervinding door één der com
missieleden in de I’arisien-Bioscoop opgedaan, waar het
hem met de grootste moeite en slechts met de hulp der
Brandweer, die hem in de cabine toeliet, gelukt is een
overtreding het vertoonen van een voorgeschreven cou
pure te constateeren, heeft de Voorzitter een onderhoud
met den Burgemeester gehad, die alle medewerking in
dezen heeft toegezegd.
Kr kan niet genoeg de nadruk op gelegd worden, dat de
taak der Commissie, die tot heden nog niet anders dan
negatief kan zijn namelijk het weren van schadelijke
films slechts vruchtdragend kan wezen, indien aan hare
voorschriften, hetzij door absoluut verbod kinderen toe te
laten of zelfs door intrekking der speelvergunning, zijnde
de eenig mogelijke straffen, sanctie wordt verleend. Vooral
voor de lust en animo der leden, die belangeloos en dikwijls
zelfs met finantiëele opoffering hun tijd en moeite aan dit
werk geven is het zeer weinig bevorderlijk, indien steeds
straffelooze overtreding van hare voorschriften wordt ge
constateerd. De Commissie heeft echter alle hoop, dat
hierin thans verandering zal komen.
Met de Commissies in andere steden en speciaal met die