I
34
a.
K
13
VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.
I).
c.
d.
de geloofwaardigheid van te ’s-Gravenhage gevestigde
firma’s, met betrekking tot de bestemming van door
hen uit het buitenland te importeeren artikelen;
pi
Koninklijk Besluit van 2 November 1916 bepaalde.
De certificaten of verklaringen werden slechts aan te
goeder naain bekend staande en te ’s-Gravenhage geves
tigde firma’s of personen verstrekt, zoo noodig na het
die goederen te verzenden hadden. Aan beide klachten werd
zoo goed mogelijk voor zoover het tekort aan personeel
dit toeliet, tegemoet gekomen.
Ook dit jaar werd in enkele gevallen op verzoek van den
Officier van Justitie onderzocht of redenen van maatschap
pelijk belang het onthouden van de Koninklijke Goedkeu
ring op ontwerpstatuten van hier ter stede op te richten
naamlooze vennootschappen wenschelijk moesten maken.
Bij haar advies vond de Kamer tevens gelegenheid haar
standpunt in deze uiteen te zetten n.l„ dat zij het in strijd
acht met den eisch van goede trouw in het handelsverkeer,
indien het aan in handelskringen als onsolide bekend
staande personen mogelijk gemaakt zou worden om zaken
te doen schuil gaande onder den naam van een koninklijk
goedgekeurde naamlooze vennootschap. De Kamer maakte
er voorts den Officier van Justitie opmerkzaam op, dat zij
om zich de noodige vrijheid in haar oordeel te verzekeren,
in den regel de belanghebbenden zelve bij de zaken waar
over haar oordeel wordt gevraagd, niet om inlichtingen
vraagt.
Door den Secretaris werden regelmatig certificaten of
verklaringen afgegeven, welke voornamelijk betrekking
hadden op:
De verklaringen ten behoeve van gemobiliseerden wer
den kosteloos afgegeven, terwijl voor andere verklaringen
een vergoeding werd gevorderd op den voet van het bij
overzee te verzenden goederen van niet Nederland-
sehen oorsprong;
het bekend staan van den aanvrager als uit te oefenen
een bepaalden handel of bedrijf noodig voor het ver
krijgen van een uitvoercousent of om te kunnen deelen
in een distributieregel! ng.
-
s
de noodzakelijkheid of wenschelijkheid van zakenver
lof voor gemobiliseerde bedrijfsleiders of onderge
schikten;