20
4. Visscherjj.
dragen na te gaan in hoeverre door reorganisatie van ons
marktwezen daarin verandering is te brengen en dienaan
gaande voorstellen te doen, zijn tot nu toe nog geen rappor
ten gepubliceerd.
Treilvisscherij. De treilvisseherij werd dit jaar uitge
oefend door 95 loggers; 15 kuststoomtreilers en 1 stoom-
treiler welke slechts eenige reizen kon doen. Door deze
schepen werd voor f 1.195.664 aanversche visch aangebracht.
De kustvisscherij werd door 57 schokkers uitgeoefend welke
totaal voor f 314.778 aan visch aanbrachten, zoodat de ge-
heele treilvisscherij een bedrag van f 1.510.442 opbracht.
Door eene groote staking onder de visschers, is de vis-
scherij in het begin van het jaar door de loggers niet uitge
oefend. De visschers hebben in April de staking opgeheven
en ging de vloot in Mei in de vaart; een gedeelte reeds
einde April. Vele reederijen hebben toen minder schepen
in de vaart gebracht dan eerst het plan was, daar de exploi
tatiekosten zeer gestegen waren en de beste tijd van
vissschen voorbij was.
Einde Juli werden door een Duitsche duikboot 6 logger-
schepen en 1 kuststoomtreiler in den grond geschoten.
Menschenlevens zijn daarbij gelukkig niet te betreuren
geweest. Ook in October werden door een Duitsche duikboot
3 loggers in den grond geboord; de opvarenden werden in
Duitschland door de duikboot aan wal gebracht.
In het eind van dit jaar zijn door stormen en door het
losslaan van mijnen 2 loggers vergaan, waarbij zestien
menschenlevens verloren gingen.
De garnalenvisscherij werd uitgeoefend door 14 booten,
welke f 9.778 besomden, terwijl uoor Katwijker korders voor
f 448,aan garnalen werd aangebracht.
Ook dit jaar werd de wensch geuit, dat de bevoegde
autoriteiten spoedig in een grooteren haven en een deug
delijke vischhal mogen voorzien.
Over het algemeen is door de varende visschersbevolking
zeer veel geld verdiend, terwijl integendeel dit van de
reederijen in verband met de enorme stijging der exploi
tatiekosten niet gezegd kan worden. Menig reederij is, met
het oog op de groote werkeloosheid welke voor de arbei
ders in de nevenbedrijven zou ontstaan wanneer de vis-
scherij zou worden stopgezet, over de bezwaren der on
evenredig hooge exploitatiekosten heen gestapt en heeft
haar bedrijf aan den gang gehouden.
34 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.