36
9
Omtrent een andere aanvrage tot oprichting van een
lompenbewaarplaats moest het advies beslist ongunstig
luiden. De ter plaatse aanwezige lompen bleken in
hoofdzaak afkomstig te zijn uit andere gemeenten. Zij
werden van wege den aanvrager opgekocht, in het pak
huis verzameld en vandaar naar Amsterdam of Rotter
dam verzonden.
„Het komt ons voor”, schreef de Commissie, „dat voor
dit doel in een woonwijk, als waarvan hier sprake is,
geen vergunning moet worden verleend. Het standpunt
onzer Commissie is steeds geweest, dat wel voor kleine
inkoopplaatsen in woonwijken toestemming kan worden
gegeven, omdat deze in een plaatselijke behoefte voor
zien, doch dat eigenlijke lompen pakhuizen zooveel
mogelijk daarbuiten moeten blijven”
Burgemeester en Wethouders hebben echter de ge
vraagde vergunning onder een aantal voorwaarden
verleend.
In het geheel willigden Burgemeester en Wethouders,
voor zoover bekend, 6 dergelijke verzoeken in. Eén
vergunning verviel wegens niet-inachtneming van den
wettelijken termijnin één geval werd die termijn ver
lengd.
Het beroep, door den belanghebbende ingesteld
tegen de op blz. 13 van het vorig .Jaarverslag vermelde
afwijzende beschikking van Burgemeester on Wethou
ders, werd door de Kroon ongegrond verklaard.
3. Verschillende zaken.
Het advies der Commissie werd gevraagd over een
aanvrage om vergunning tot het opricbten van een
inrichting voor het bewaren en verwerken van benzine.
Bij onderzoek bleek de inrichting, die in werkelijkheid
voor het bewaren eii verwerken van benzol bestemd
was, voor de bewoners van enkele naburige perceelen
grooten hinder op te leveren, die zich openbaarde in
vergiftigingsverschijnselen. Waar dit reeds in den winter
tijd het geval was, zou ongetwijfeld bij warm weder,
wanneer bij open vensters en deuren zou worden
gewerkt, nog veel meer bezwaar worden ondervonden.
De Commissie deelde in haar advies deze bedenkingen
mede en gaf daarbij aan, welke voorwaarden, in geval
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.