36
14
Woonver ordening.
In 1913 (zie blz. 22 van het verslag over dat jaar)
had de Commissie het bij art. 79, tweede lid, der Ont
eigeningswet bedoeld beredeneerd verslag uitgebracht
omtrent den toestand der woningen, aanwezig op een
krachtens art. 77 onder lo. dier wet te onteigenen
terrein, gedeeltelijk begreqsd door de Gedempte Gracht,
de Bezemstraat en de St. Jacobstraat. Thans werd van
Burgemeester en Wethouders het verzoek ontvangen
om, nu de verdere voorbereiding der onteigening door
omstandigheden was vertraagd, een nieuw beredeneerd
verslag uit te brengen, beantwoordende aan den tegen-
woordigen toestand. Deze zaak werd in de Commissie in
behandeling genomen en het verslag kort na het einde
van 1917 aan het Gemeentebestuur ingezonden.
Het advies omtrent het voorstel van het Gemeente
bestuur tot herziening der Bouw- en Woon verordening
(zie blz. 21 van het vorig Jaarverslag) werd, na voor
bereiding door de Sub-Commissie, vastgesteld en op
5 Juni aan Burgemeester en Wethouders verzonden.
Aan haar opmerkingen omtrent de afzonderlijke arti
kelen deed de Commissie, om haar standpunt ten aan
zien van de ontworpen herziening in het algemeen aan
te geven, deze woorden voorafgaan:
„Hierbij hebben wij de eer U aan te bieden ons
advies omtrent de door U ontworpen herziening der
Bouw- en Woonverordening.
Bij die aanbieding zij vooropgesteld, dat onze Com
missie zich in het algemeen met de voorgestelde her
ziening, die belangrijke verbeteringen inhoudt en waarbij
op menig punt de wenschen, reeds vroeger door haar
uitgesproken, zijn verwezenlijkt, gaarne vereenigt.
Intusschen heeft het onderzoek van het ontwerp in
zijn verschillende onderdeden ons geleid tot een aan
tal opmerkingen, strekkende, deels om op den weg
van verbetering verder te gaan dan in het ontwerp
geschiedt, deels om het beoogde doel op eenigszins
andere dan de voorgestelde wijze te bereiken.”
B. Herziening der Boute- en
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.