36
29
i
ons wenschen te bepalen tot het alhier geldende ver
bod voor den patiënt zelf om de school te bezoeken.
Wij zouden hieraan echter gaarne zien toegevoegd de
bepaling, dat dit verbod eerst wordt opgeheven, nadat
een geneeskundige heeft verklaard, dat de scholier niet
meer aan kinkhoest lijdt of wel dat het gevaar voor
besmetting heeft opgehouden”.
Burgemeester en Wethouders hebben hierop geant
woord, dat, zoowel op de lagere scholen als op de be
waarscholen, broertjes en zusjes van kinkhoestlijders
alleen dan worden verwijderd als zij de ziekte nog
niet hebben gehad, aangezien zij in het andere geval
geen gevaar voor besmetting meer opleveren. Voorts
deelde het College mede, dat in het vervolg zou worden
gehandeld overeenkomstig den raad der Commissie be
treffende opheffing van het verbod van schoolbezoek.
Aan een tweetal Rotterdammers kon in den afgeloopen
zomer op hun vraag worden medegedeeld, dat geen
In de Novembervergadering kwam ter sprake het
denkbeeld om de vraag in studie te nemen, in hoeverre
en in welke opzichten er behoefte kan zijn aan een
nieuwe wettelijke regeling ter vervanging van de reeds
van 1872 dagteekenende wet op de besmettelijke ziekten.
Nadat echter op een vraag der Commissie van den
Hoofdinspecteur het bericht was ontvangen, dat reeds
geruimen tijd geleden de Centrale Gezondheidsraad des
gevraagd aan den Minister zijn oordeel over een nieuwe
wettelijke regeling van dit onderwerp had medegedeeld
en dat ook de geneeskundige Inspecteurs van de Volks
gezondheid desgevraagd den Minister van bericht en
raad hadden gediend over de vraag, welke wijzigingen
in de bestaande wet zouden moeten worden aangebracht,
besloot de Commissie dit vraagstuk, als zijnde niet van
enkel plaatselijk belang, te laten rusten.
De Commissie vestigde de aandacht der ’s-Graven-
haagsche vereeniging tot bestrijding der tuberculose op
de gebrekkigö huisvesting van twee gezinnen, waarvan
één of meer leden waarschijnlijk lijdende waren aan
tuberculose.
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.