36
32
zij, op grond van hetgeen de ervaring bij andere bad
huizen had geleerd, de ventilatie in de bijzondere
aandacht van het College te moeten aanbevelen.
Voorts werd van het Gemeentebestuur het bericht
ontvangen, dat de exploitatie en het beheer van de
Gemeentelijke vereenigde volks- en schoolbadinrichting
aan de Hemsterhuisstraat (zie blz.58 van het Jaarverslag
over 1915) was opgedragen aan de vereeniging
„Volksbad”.
In zake het vraagstuk van de hygiëne in het kappers
en barbiersbedrijf (zie vorig Jaarverslag, blz. 55, 56),
wendde de Commissie, in overeenstemming met het
voorstel der Sub-Commissie, zich tot het Gemeentebestuur.
Zij wees er op, dat zij in 1907 de medewerking van
den Nederlandschen Barbiers- en Kappersbond had
verkregen voor het verspreiden van „Gezondheidsbepa-
lingen”. Later echter waren die bepalingen in vergetelheid
geraakt. De eenige uitkomst scheen thans een wettelijke
regeling. Daarom verzocht de Commissie aan Burge
meester en Wethouders, de barbiers en kappers bij
verordening te verplichten, bij de uitoefening van hun
bedrijf bepaalde door het College vast te stellen
gezondheidsvoorschriften op te volgen. Tegelijk drong
de Commissie bij den Hoofdinspecteur aan op het be
vorderen eener regeling van deze zaak by de Rijkswet.
Blijkens het antwoord van den Hoofdinspecteur had
deze het schrijven der Commissie ter kennis gebracht
van den Centralen Gezondheidsraad, doch achtte dit
College de tegenwoordige omstandigheden voor het
totstandbrengen van een regeling als bedoeld weinig
geschikt. Van het Gemeentebestuur werd nog geen
bericht ontvangen.
De Commissie gaf aan het Gemeentebestuur in over
weging de plaatsing van een eenvoudig wachthuisje
voor de tram op het Stationsplein, dat bij ongunstige
weersgesteldheid beschutting zou bieden en aldus be
vorderlijk zou zijn aan de openbare gezondheid. Het
College antwoordde echter, dat de oprichting van een
wachthuisje aldaar weinig noodig en bovendien, met
het oog op de ruimte, bezwaarlijk scheen.
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.