Bijlage 39
VERSLAG van het Bestuur der Vereeniging tot
verbetering der Woningen van de Arbeidende
Klasse te ’s-Gravenhage over het jaar 1917.
Ingevolge de bepalingen van het Reglement onzer
Vereeniging heb ik de eer hierbij het Verslag over het
afgeloopen jaar aan te bieden.
De toestand der Vereeniging is gunstig te noemen en
evenals verleden jaar bleef een zeer gering bedrag der
verschuldigde huren onbetaald en wel f 27,55 of slechts
0.03 op een totaal van f 77.603,55.
Hierbij mag niet onvermeld blijven dat één huurder
vertrokken is met achterlating van een huurschuld van
f 22,70, terwijl de rest, ad f 4,85 waarschijnlijk in 1918 zal
geïnd worden.
Van hetgeen over 1916 nog aan huur verschuldigd bleef
(n.l. f 22,25) op 1 Januari 1917 werd in den loop van dat
jaar nog f 2,75 ontvangen.
De ontvangsten over 1917 bedroegen f 80.425,50 (vorig jaar
f 76.792,776) en de uitgaven f 41.165,24 (vorig jaar f 49.353,25).
Op 7 Mei en 6 Augustus 1917 werd een aanvang gemaakt
met het innen der volgens besluit van 27 November 1916
vastgestelde verhoogde huren, welke verhoogingen echter,
ingevolge de inmiddels tot stand gekomen Huurcommissie-
wet, de goedkeuring der betrokken Huurcommissies be
hoefden.
Deze Huurcommissiewet trad op 15 Augustus 1917 in
werking en behoorden de verzoeken tot goedkeuring van
huurprijsverhoogingen binnen één maand, derhalve vóór
15 September d.a.v. te worden ingezonden.
Met het oog op het vrij groot aantal dezer verzoeken
werden ten bureele der Huurcommissies inlichtingen inge
wonnen of die termijn van eene maand een fatale was, of
dat overschrijding daarvan kon worden toegestaan; het
aldaar door een der ambtenaren der Huurcommissies ge
geven antwoord had tengevolge, dat de indiening der 559
verzoekschriften eerst op 28 September plaats had.
Intusschen bleek al spoedig, dat dit antwoord ten eenen
male onjuist en de bedoelde termijn van een maand inder
daad eene fatale termijn was, zoodat behandeling der reeds
ingezonden verzoekschriften niet aan de Huurcommissies
geoorloofd was.
Voor het Bestuur bleef toen niets anders over dan het
