I
42
I
i
3
VERSLAG KONINKLIJK INSTITUUT VAN INGENIEURS.
Als vertegenwoordiger van het Instituut in de Com
missie voor het Fonds ter bevordering van het chemisch-
technisch onderzoek in Nederland en Koloniën werd aan
gewezen het lid Ir. Dr. F. G. Waller.
In dit vereenigingsjaar werd de Conrad’s-premie, be
stemd voor het lid, dat gedurende het tijdsverloop van
5 jaar, de beste verhandeling, memorie of ander geschrift
in de werken van het Instituut zal hebben geleverd, of de
nuttigste uitvinding in het vak van den ingenieur zal
hebben medegedeeld, voor het tijdvak 1 Januari 1911
1 Januari 1916 toegekend aan het lid Ir. J. J. Canter Cre
mers, voor zijn verhandeling: „Eenige beschouwingen
over benedenrivieren”, opgenomen in het Tijdschrift van
het Koninklijk Instituut van Ingenieurs 1911.
Wijlen het lid C. E. van Kesteren, overleden 16 April
1917, vermaakte bij testamentaire beschikking aan het
Instituut een legaat van f 25.000, vrij van rechten en kos
ten, met den last van een lijfrenteuitkeering, welke som
zal uitgekeerd worden aan het Instituut binnen zes maan
den na den dag, waarop de verschuldigde lijfrente ophout,
onder gebondenheid om deze som te bestemmen tot een
fonds, afzonderlijk en onder speciaal aangeduide bena
ming te beheeren, waarvan de rente aangewend moet
worden voor bekroningen van uitmuntende geschriften
over aanleg en (of exploitatie van) spoorwegen, tram
wegen en (of) irrigatiewerken, alsmede dan wel ten bate
van jongelieden, die zich voor genoemden aanleg en (of)
exploitatie technisch bekwamen en daartoe geldelijke
ondersteuning behoeven en verdienen.
Het Koninklijk Instituut van Ingenieurs heeft een adres
gericht aan de Tweede Kamer en aan de Eerste kamer
der Staten-Generaal, waarbij instemming werd betuigd
met het wetsvoorstel Limburg c.s. tot wijziging van art.
133 en 186 f der Hooger Onderwijswet, ten einde aan de
getuigschriften van eindexamen der Hoogere Burger
school met 5-jarigen cursus de bevoegdheid te verbinden
tot het afleggen van examens in de faculteiten der genees
kunde en der wis- en natuurkunde aan de Universiteit.
In dit verslagjaar zagen de volgende Instituutswerken
het licht:
Het Weekblad De Ingenieur.
Algemeen Verslag 1916.
Notulen van de vergaderingen van het Kon. Instituut
van Ingenieus (het niet-technisch gedeelte) als Bijblad van
De Ingenieur.
Statistiek van Eleetrische Spoor- en Tramwegonder-
nemingen in Nederland voor 1915 (1 Januari 1916) en