Byiaee 45
i
het terrein aan de Beijer-
VERSLAG van de Vereeniging „Haagsche Volks-
speelterreinen” over 1917.
11
In het afgeloopen jaar kwam het Bestuur tweemaal
bijeen, in Februari voor de algemeene vergadering en in
April voor de vaststelling der begrooting. Het dagelijksche
bestuur berustte evenals vorige jaren bij eene commissie.
Op de algemeene vergadering werden de aftredende
bbestuursleden, de heeren W. H. van Breda Kolff, E. F.
Buyn en Mr. M. de Mos met algemeene stemmen herkozen.
Met ’t oog op de tijdsomstandigheden werd het salaris
der terreinknechts herzien en besloten Leijendecker f 1.50
en Schreij en Hamersveld f 1.duurtetoeslag per week
toe. te staan.
In de bestuursvergadering in April werd o.a. besloten de
weduwe van den inmiddels overleden portier Schreij nog
gedurende drie maanden ’t halve tractement f 6.— per
week uit te betalen, zulks als bewijs van erkentelijkheid
voor de langdurige trouwe plichtsbetrachting van J. M.
Schreij, die gedurende 10 jaren als portier aan het terrein
Gaslaan werkzaam was.
Op dit terrein werd een portier voor den tijd van 2
maanden op proef aangesteld.
Voorts werd als leidster voor
straat aangesteld mej. Altorf.
Uit het jaarverslag van den gedelegeerden Commissaris
ontleenen wij het volgende:
De toestand van het gras op de terreinen Gaslaan en
Berkenbosch-Blokstraat was van dien aard, dat bemesting
dringend noodzakelijk was. Door de strenge en aanhou
dende vorst in den winter van 1917 kon in dat jaargetijde
met de bemesting niet voldoende gevorderd worden door
onzen terreinknecht, zoodat in ’t voorjaar werkkrachten
moesten worden aangenomen om het werk te bespoedigen.
Bovengenoemde terreinen konden dan ook niet zooals
andere jaren op 1 April geopend worden, doch moest deze
opening een maand worden uitgesteld. De kinderen, bij deze
terreinen ingedeeld, kregen tijdelijk toegangsbewijzen voor
het terrein Beijerstraat. De koude maand April was oor
zaak, dat de toeloop der kinderen niet groot was, zoodat