11
VERSLA G
OVER DEN TOESTAND DER BIBLIOTHEEK EN
LEESZAAL IN 1917.
Door de cijfers en feiten overtuigd, heeft het Bestuur in
het afgeloopen jaar al het mogelijke beproefd om aan
bibliotheek en leeszaal ruimte te verschaffen. Er is
onderhandeld over een voor ons te bouwen huurwoning; er
is gedacht over koop van een groot perceel met hulp van
particulieren; er is sprake geweest van splitsing van uit-
leening en leeszaal over twee gebouwen. Met geen dezer
plannen bracht het afgeloopen jaar een oplossing.
Dit beteekent, dat, goedschiks of kwaadschiks, voortge
gaan moet worden met arbeiden in langzamerhand vol
komen ontoereikende loealiteiten.
Eén troost is er: de onmogelijkheid uit de benauwing weg
te trekken is niet te wijten aan gebrek aan belangstelling
van de zijde waarvan alleen afdoende hulp te verwachten
valt. Integendeel erkende de plaatselijke overheid onze
nooden ten volle, en, was er de oorlog niet, zoo zou de
Residentie reeds thans, of althans binnen kort, een lees-
zaalgebouw bezitten, dat géén karikatuur van een groote-
stads-leeszaal meer behoefde te worden genoemd.
Een verschikking in de uitleenruimte leverde nog een
kleine ruimtewinst op. Binnen enkele maanden echter zal
alles weer net zoo vol zijn als ’t vóór dien was.
In de leeszaal is het eenige wat ons nog rest: bezoekers
wegzenden als alle plaatsen bezet zijn.
Ruimte voor behoorlijke administratie is er ook niet.
Moge 1918 eindelijk uitkomst geven!
Voor de eerste maal sinds de opening der leeszaal is er
een, zij het geringe, teruggang in het bezoek te constatee-
ren. Deze is op rekening te schrijven van de sluiting der
leeszaal gedurende een groot deel van het jaar om 9
inplaats van om 10 uur: een maatregel terwille van lichtbe-
sparing genomen.
VERSLAG OPENBARE LEESZAAL EN BIBLIOTHEEK. 45 A