48
Leeraren.
Hetwelk doende,
J. A. G. Verspijck Mijnssen.
Namens het Bestuur der Vereeniging,
De Secretaris:
In dezen cursus werd Dr. E. Reinders, onder den titel
van waarnemend Directeur der afdeeling H.B.S. blijvend
belast met het toezicht over die afdeeling van het Lyceum.
Tijdens de ziekte van den heer H. Corver, leeraar in de
natuurkunde, werden diens lessen waargenomen eerst
door mej. Dr. B. Zwanenburg, daarna door den heer S. J.
van der Stoel.
Mej. Dr. Bonman nam gedurende korten tijd om dezelfde
reden de lessen waar van den leeraar in Duitseh, Dr. J.
Gerzon.
Wegens zijn benoeming aan de Universiteits-Bibliotheek
te Utrecht kreeg Dr. J. ter Meulen op zijn verzoek eervol
ontslag als leeraar in de Staatswetenschappen, en werd
opgevolgd door Mej. J. G. Coops.
De licht- en kolennood deed eenigen invloed op het
onderwijs gevoelen, doch de lessen konden geregeld ge
geven worden en bijzondere maatregelen werden niet ge
troffen.
Aan den concierge en den amanuensis werd een ge-
ringen duurtetoeslag verstrekt. De staat der geldmiddelen
veroorloofde niet dezen maatregel ook tot de leeraren uit
te strekken.
2
I
VERSLAG VAN HET „NEUERLANDSCH LYCEUM.”