i
i
«i
53
1
65
f
Hl
H-l
en schrift beoordeeld door den klasse-onderwijzer, door
het „Hoofd” en door ons. Bij de waardeeringscijfers, onaf
hankelijk van elkaar gegeven, bleek over ’t algemeen
groote overeenstemming.
In een tweeden schooltijd verzochten we in de hoogste
klasse ons de resultaten van het onderwijs in aardrijks
kunde en geschiedenis te doen blijken. Vooral bij het eerste
vak bleken die bevredigend of zeer bevredigend.
In eene school werd een soortgelijk onderzoek niet inge
steld omdat ze naar een nieuw gebouw werd overgebracht.
Het „Hoofd” van deze school had tegen een dergelijk
onderzoek niet het minste bezwaar; integendeel hij be
tuigde, als al de daarnaar gevraagde „hoofden” en klasse-
onderwijzers groote ingenomenheid daarmee.
Een „Hoofd” van een bijzondere school, dat aanvankelijk
bezwaar maakte, verklaarde later, zich niet tegen een
onderzoek te zullen verzetten.
Bij onze twee gewone, voorgeschreven bezoeken woon
den we korten tijd het onderwijs in alle klassen bij. We
kregen van de meeste onderwijzenden een heel gunstigen
indruk omtrent ijver en toewijding.
Het trof ons, dat in enkele scholen de borden zooveel
netter beschreven waren dan in andere. In de eerst be
doelde meende men, dat, wat blijft staan, een goed voor
beeld voor de leerlingen moet zijn.
In verschillende scholen vonden we zeer nette schriften
door blauwe en rocjde correctiestrepen ontsierd.
In eene school lazen we opstellen gemaakt naar afbeel
dingen (reclameplaatjes) van bekende schilderstukken;
men had de leerlingen zelf uit een grooten voorraad doen
kiezen: „ze moesten nemen, wat ze heel mooi vonden.”
Wij stonden verbaasd over het resultaat. De onderwijzer
van de klasse gaf ons als zijne meening te kennen, dat „een
opstel in waarde wint, naarmate ’t kind meer van eigen
zielsinhoud geeft.”
Deze proeve scheen ons zeer gelukt.
Nog altijd blijven enkele onderwijzers om de mooie melo
die bij ’t zingen verzen kiezen, waarvan de inhoud den
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.
5