I 53 137 vraag voorgelegd: Hoe is Uw oordeel over een schooltijden regeling met uitsluitend morgenschooltijden, des zomers van 8%12% uur en des winters van 91 uur? Het oordeel van verreweg de meeste schoolhoofden is onder de bestaande omstandigheden ongunstig. Het meerendeel acht in het algemeen een schooltijd van 4 uren te lang voor leerlingen beneden 13 jaar, ook al zouden een 2-tal rustpoozen van 1lt uur eenige ontspanning brengen. Het hoofdbezwaar betreft evenwel de vraag: hoe zou toe zicht op de jeugd moeten gehouden worden, als zij na 1 uur vrijaf kreeg? Door welgestelde ouders ware hierop vermoedelijk wel iets te vinden, doch hoe kunnen ouders uit den werkmansstand hiervoor zorgen? Het straatslijpen en het doen van allerlei kattekwaad, meenen vele hoofden, zou zeer in de hand worden gewerkt. Ook de huisorde in het werkmansgezin, waar het mid dagmaal tusschen 12 en 1 uur wordt gebruikt, zou in het gedrang komen en het godsdienstonderwijs, dat op vele katholieke scholen van 12 tot 1 uur gegeven wordt, stoornis ondervinden. De hoofden der opleidingsscholen achten 4 lesuren per dag te kort voor hunne leerlingen, om dezen de noodige kennis en vaardigheid bij te brengen. Slechts enkele schoolhoofden vellen een gunstig oordeel en zouden de proef wel eens willen nemen. Naar hunne meening leeren de kinderen des namiddags minder dan des morgens. Van ervaring spreekt maar één (vrouwelijk) hoofd. Zij schrijft: Dit oordeel is ongunstig, vooral nadat ik het systeem 1% jaar heb gebruikt. Een voorstander van morgenschooltijden schrijft: Ik zou ze verkieselijk achten: le. om ’t middagschoolver- zuim, 2e. om het overblijven te kunnen weren (vele kleintjes blijven over), 3e. omdat vooral in den zomer de namiddag- sehooltijden te gerekt zijn; de kinderen zijn slaperig. Een ander meldt: Zeer zeker de moeite van een proef neming waard. Een derde oordeelt: „Mij komt deze regeling zeer ge- VERSLAG LAGER ONDERWIJS. I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1917 | | pagina 1708