177 in. Begraafplaatsen. 1°. Eenige bijzonderheden, betreffende de Algemeene Begraafplaats, treft men aan onder Hoofdstuk V. B. e, alwaar tevens wordt aangetroffen eene opgave van het aantal grafkelders en graven, welke in gebruik zijn afgestaan, zoomede de opbrengst van de Begrafenis rechten. 2°. In het afgeloopen jaar werden begraven op de algemeene burgerlijke begraafplaats 1668 lijken op de bijzondere begraafplaats der Roomsch-Katho- lieke gemeente 1123 overledenen, waaronder 24 Belgische vluchtelingen; op die der Nederlandsch-Israëlietische gemeente aan den Scheveningseheweg de lijken van 7 mannen, 9 vrouwen, 18 kinderen en 13 levenloos geborenen en op de begraafplaats aan den Leidschen straatweg de lijken van 40 mannen en 33 vrouwen; op die der Nederlandsch Portugeesch-Israëlietische gemeente 10 lijken; op de begraafplaats „Ter Navolging” te Scheveningen heeft in 1917 geen teraardebestelling plaats gehad. op de begraafplaats „Eik en Duinen” (oud) de lijken van 600 personen, waarvan 536 uit ’s-Gravenhage van de begraafplaats „Nieuw-Eykenduynen” werd geen opgave ontvangen. De controleerend geneeskundigen bij den Gemeente lijken geneeskundigen dienst D. F. van Duijl, T. van den Hoorn en Jhr. F. A. van Suchtelen werden ook voor het jaar 1918 belast met het verrichten van de officieele doodschouw, in de gevallen van overlijden, waarin geene schriftelijke verklaring van een geneesheer kan worden overgelegd. der wet van 4 December 1872 (Staatsblad No. 134), laat stelijk gewijzigd bij de wet van 17 Juli 1911 (Staats blad No. 208), treft men aan in de verslagen van den Directeur en van den Medicus-Adviseur van den Ge meentelijken Ontsmettingsdienst (Bijlage No. 22). Het verloop van sommige ziekten naar de verschil lende straten is vermeld in de tabel, opgenomen als bijlage 23. 12

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1917 | | pagina 172