I ii ’s-G raven h age, 1 Januari 1918. De Commissie voomoemd, Voorzitter. J. L. Hooftman, Secretaris. I niet goed en gemakkelijk spreken kan? Is een kind spraak- gebrekkig, dan is het zijn levensbelang, dat het goed leert spreken en in de laatste plaats heeft het belang bij de vakken van het lager onderwijs. Dit zien de meeste onder wijzers niet in!. .Daarom is het te betreuren, dat aan onder wijzers, dus aan onkundigen en onbevoegden, wordt over gelaten of een kind al dan niet gebruik zal maken van de mooie gelegenheid, die de Gemeente spraakgebrekkigen leerlingen aanbiedt, om zich te laten bevrijden van een kwaal, die hun geheele leven kan doen mislukken.... Werd door de onderwijzers in spreken de spraak van alle schoolkinderen onderzocht, dan zou menig spraakgebrek- kige leerling niet behoeven te wachten tot zijn gebrek toe vallig werd opgemerkt door een onderwijzer, die er iets van af weet. Werd aan alle onderwijzers spreekonderwijs gegeven, werden zij verplicht het te nemen, dan zouden er heel wat minder ongelukkige spraakgebrekkige kinderen zonder hulp blijven rondloopen in een stad als Den Haag, die wat het spreekonderwijs betreft, zoo gunstig afsteekt bij andere groote steden van Nederland”. Tenslotte zij nog vermeld, dat in de samenstelling der Commissie eeue verandering kwam, doordat door de ver wisseling van Wethouder van Onderwijs de Commissie een anderen Voorzitter kreeg. VERSLAG ONPERW. AAN SPKAAKGEBK. LEERLINGEN. 54

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1917 | | pagina 1975