J I 56 I I I VERSLAG HEWAARSC’HOOL-ONDERWIJS. J. H. A. Wesseling, plaatsvervangend hoofd der school, zijn aan de school aan de Scheepersstraat benoemd tot onder wijzeres de dames: J. Nieuwenhuis, M. de Vries, M. C. Kock, W. P. Holland, A. J. A. Knies, W. H. E. Witte en J. M. Grootendorst, de eerstgenoemde hoofd eener bewaar school te Wonnerveer, de overigen kweekelingen in deze gemeente. Behalve door de bovengenoemde benoemingen had dit jaar een buitengewoon groote opschuiving in het kweeke- lingenpersoneel plaats door twee oorzaken. Er gingen n.l. een vijftal kweekelingen als onderwijzeressen naar elders (4 naar Utrecht en 1 naar Rijswijk); en er verlieten heel wat van deze meisjes de bewaarscholen om werkzaam te zijn op verschillende kantoren. De opengekomen plaatsen konden bezet worden door benoeming van volontaires tot kweekeling. Het aantal kweekelingen in het bezit van akte A (en zelfs van akte B), die op een plaatsing als onderwijzeres wachten, is nog steeds abnormaal groot. De gezondheidstoestand der hoofden van scholen en onderwijzeressen was in 1917 wat beter dan in vorige jaren. In 1914 werden aan 39 onderwijzeressen verloven verleend van 1 week tot 9 maanden, in 1915 aan 22 onderwijzeressen verloven van 1 week tot 1 jaar, in 1916 aan 38 onderwijze ressen verloven van 1 week en langer en in 1917 waren er 21 verloven van 1 week tot 1 jaar. Aan 4 gehuwde onderwijzeressen werd verlof verleend wegens zwangerschap. Op enkele scholen kwam een nog al groot aantal van kleinere verzuimen onder het personeel voor. De regeling, waarbij de kweekelingen, die den Gemeen telijken Opleidingscursus bezoeken, slechts gedurende halve dagen als zoodanig op haar school werkzaam behoeven te zijn, tot welke regeling op voorstel van de Commissie (schrijven van 28 Juni 1916 No. 207) door B. en W. den 8en September 1916 (No. 17386/24) werd besloten, bleef bij voortduring een gunstigen invloed oefenen op den gezond heidstoestand der kweekelingen. Vrij algemeen wordt de maatregel door de hoofden der scholen toegejuicht. De salarisregeling voor hoofden en onderwijzeressen, dateerende van het jaar 1913, voldoet thans niet meer aan billijke eischen. De Commissie van Toezicht stelt zich voor aan Uw College een voorstel te doen tot salarisverbetering zoodra de in uitzicht gestelde regeling voor het persoue’l der lagere scholen haar beslag heeft gekregen, opdat deze als hasis kan dienen voor een nieuwe weddcregeling van het personeel der bewaarscholen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1917 | | pagina 1991