57
1
Bijlage
i
den
van
VERSLAG betreffende den toestand van
Gemeentelijken Cursus tot opleiding
Onderwijzeressen aan Bewaarscholen over
het jaar 1917.
Blijkens de door den Directeur van den Opleidingscursus
ons toegezonden afschriften van zijn verslagen over 1916
en 1917 bedroeg het aantal leerlingen op 1 December 1915:
166 (124 in afdeeling A en 42 in afdeeling B); op 1 December
1916: 151 (110 in afdeeling A en 41 in afdeeling B); op 1 De
cember 1917: 126 (89 in afdeeling A en 37 in afdeeling B).
In 1917 heeft het aantal dus weder een vermindering onder
gaan, nu van 25 leerlingen.
De ongunstige vooruitzichten voor kweekelingen met
akte A, de thans lage bezoldigingen en de groote vraag
naar kantoorpersoneel zijn oorzaken, dat zooveel minder
meisjes de loopbaan van bewaarschoolonderwijzeres kie
zen. De Commissie van Toezicht kan het kleiner worden
van het aantal leerlingen niet betreuren: op de bewaar
scholen waren te veel kweekelingen in het bezit der akte,
die jaar in jaar uit op plaatsing wachtten en wier ver
wachtingen niet verwezenlijkt konden worden.
Moest de Commissie van Toezicht in het vorige jaar
klagen, dat zoo weinig leerlingen der lagere klassen van
den Cursus een plaats als bezoldigd kweekeling konden
erlangen, thans moet geconstateerd worden, dat hierin
eenige verbetering gekomen is, doordien: lo. een nieuwe
bewaarschool is geopend; 2o. zooveel meisjes het bewaar-
schoolonderwijs verlaten. Maar nog steeds is het aantal
kweekelingen in het bezit der hoofdakte, een salaris ge
nietende van f 200,zeer groot. Enkele van haar hebben
een betrekking kunnen verwerven als onderwijzeres jn
andere gemeenten.
Ofschoon de ongunstige toestand bij het bewaarsehool-
onderwijs veel aanbod van werkkrachten bij te weinig
vraag ernaar bezig is zich te herstellen, moet toch
gewezen worden op de wenschelijkheid een te grooten
toevloed van leerlingen op den Cursus te voorkomen,
v oorloopig moeten de klassen niet groot zijn; men bereikt