I 57 I 2 I - daarmede tevens het belangrijke voordeel aan kleine klassen voor het onderwijs verbonden. Met den Directeur is de Commissie van Toezicht van oordeel, dat klassen van 24 en van 26 leerlingen te groot zijn, om het onderwijs in elk opzicht tot zijn recht te doen komen. Nog eens wil de Commissie van Toezicht als haar mee- ning uitspreken, dat het aantal onderwijzeressen opgeleid door den Cursus niet veel grooter moet zijn dan het aantal onderwijzeressen, hetwelk plaatsing kan vinden. De goede geest in afdeeling B moet er ongetwijfeld onder lijden, als de meisjes bemerken, dat er weinig toekomst voor haar is. Daarbij komt, dat er op de bewaarscholen een teveel aan kweekelingen ontstaat, want ook de niet- geplaatste zijn in de scholen aanwezig als „volontair". Daardoor wordt de rust in de bewaarscholen niet bevor derd, terwijl de volontaires toch ook weer moeielijk kunnen geweerd worden met het oog op haar opleiding voor het practise!) werk. Meermalen is den kweekelingen met akte, zoowel direct als indirekt gewezen op de wenschelijkheid ook eens naar andere gemeenten te solliciteeren en niet steeds maar te blijven wachten op een betrekking in ’s-Gravenhage. Met genoegen kunnen wij constateeren, dat het meer en meer voorkomt, dat oud-leerlingen van den cursus in andere plaatsen als onderwijzeres of als hoofd dor school worden benoemd. Steeds is onze ervaring geweest, dat aan het diploma afgegeven door de Gemengde Commissie voor bewaarschool-akte-examens groote waarde wordt toege kend. En geen wonder, wie het examen éen of meermalen heeft bijgewoond, zal moeten erkennen, dat het niet ten onrechte een goeden naam in het land heeft. Gedurende het afgeloopen jaar zijn er geen „vreemden” als onderwijzeres aan openbare bewaarscholen in deze ge meente benoemd. Wel kwamen er leerkrachten uit Wormer- veer en uit Utrecht als onderwijzeres in deze gemeente, maar het waren oud-leerlingen van den Cursus, die eenigen tijd „naar buiten” gegaan waren en nu hier terugkeerden. Van uitwisselen van onderwijskrachten is derhalve in het verloopen jaar geen sprake geweest, het was meer een af vloeien van de overproductie. De voorbereidende cursus voorziet nog steeds in een behoefte en zal dat blijven doen, zoolang niet.op alle openbare lagere scholen een zevende leerjaar is ingevoerd. Het is echter wel geweuscht, dat in de le klasse A van den cursus, welke klasse aansluit bij de voorbereidende klasse ook aan andere meisjes toegang ver leend wordt. In 1916 konden geen meisjes van andere onder wijsinrichtingen in de le klasse geplaatst worden en in 1917 I- VERSLAG GEM. CURSÜS BEWAARSCHOLEN. 't

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1917 | | pagina 2001