58 t 2 VERSLAG GEM. CÜRSÜS BEWAARSCHOLEN. 1 f werden 21 leerlingen der le klasse bevorderd naar de 2e klasse; terwijl 14 leerlingen der 4e klasse A, die in Juli de Akte A verkregen hadden, overgingen naar de le klasse B. Op 1 December 1917 bedraagt derhalve het aantal leer lingen in de Afd. A: Voorbereidende klasse 12; le klasse 16; 2e klasse 16; 3e klasse 21; 4e klasse 24; totaal 89; in de Afd. B: le klasse 15; 2e klasse 22; totaal 37; algemeen totaal 126 leerlingen. Uit deze opgave blijkt, dat het aantal leerlingen opnieuw met 25 verminderd is; een gevolg van de omstan digheid, dat slechts 12 leerlingen tot de Voorbereidende klasse werden toegelaten, en wederom een betrekkelijk groot aantal den cursus verlieten, omdat zij, vermoedelijk tengevolge van de geringe kans op een vaste aanstelling als kweekelinge of onderwijzeres een anderen werkkring zochten, die haar in staat stelde terstond wat te gaan ver dienen en betere vooruitzichten gaf. Ofschoon het nog niet noodzakelijk is bijzondere maatregelen te nemen, om den achteruitgang van het leerlingenaantal tegen te gaan, daar ei voorloopig voldoende keuze is van leerkrachten voor de bewaarscholen, betreurt ondergeteekende, dat hij verschil lende goede leerlingen heeft zien heengaan het zijn niet juist alleen de zwakken, die vertrekken op grond van de onvoldoende vooruitzichten bij het Fröbelonderwijs te dezer stede. In het onderwijzend personeel kwamen de volgende ver anderingen: Mej. G. Lieffering, aan wie wegens ziekte van 1 Januari af verlof was verleend, vroeg en verkreeg eervol ontslag met ingang van 1 September, nadat zij gedurende 26 jaren als Onderwijzeres in Fröbelleer aan den Cursus was werkzaam geweest. Mej. Lieffering was een bekwame onderwijzeres, die met groote toewijding haar taak ver vulde, goede resultaten van haar arbeid wist te bereiken en om haar aangenamer! omgang bij haar collega’s en de leerlingen algemeen werd geacht. Een woord van harte- lijken dank voor hetgeen zij heeft gedaan in het belang der opleiding voor bewaarschoolonderwijzeressen is hier zeker op zijn plaats. Aan Mej. P. C. Van Kaalte, onderwijzeres in Aardrijks kunde en Geschiedenis, werd op haar verzoek met ingang van 1 September eervol ontslag verleend. Het is jammer, dat Mej. Van Kaalte, die in den korten tijd van haar werk zaamheid aan den cursus, met veel belangstelling en goede resultaten gearbeid heeft, zich om particuliere aangelegen heden verplicht heeft gezien haar taak aan den cursus neer te leggen. In de vacatures werd voorzien door de benoeming, tijde lijk voor een jaar ingaande 1 September, van Mej. S. B.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1917 | | pagina 2005