59 7 en 22 over den inhoud van het gedicht (Lezen en Verklaren.) van den mensch” „Het Kameleon Uit de toegekende cijfers blijkt, dat niet alle opstellen naar vorm en inhoud voldoende waren; immers vijfmaal werd het cijfer 5 en viermaal het cijfer 4 gegeven; hier tegenover staat, dat de Sub-Commissie zesmaal een 8 en eenmaal een 9 kon geven. In ettelijke opstellen werden grove taalfouten aangetroffen, terwijl vele candidaten vreemd met de leesteekens omsprongen. Was de stijl menig maal onvoldoende of even voldoende, ook de inhoud was vaak zeer onbeteekenend; van enkele opstellen was de stijl min of meer opgeschroefd. Uit het werk van een groot aan tal candidaten bleek, dat zij den tijd, die voor het opstel beschikbaar was, niet zóó verdeeld hadden, dat zij haar werk nauwkeurig en zorgvuldig konden overlezen. Was dit door alle candidaten wel gedaan, dan zouden talrijke taal- en stelfouten niet gemaakt zijn. Gelezen werd uit Van eigen bodem C 6e st. en Koren aren I en II. Iedere eandidaat kreeg 10 minuten voorbe reiding, waarin zij het te lezen stukje kon inzien. Dit stukje werd daarna door de eandidaat voorgelezen, waarna haar vragen gesteld werden over en naar aanleiding van den inhoud van het voorgelezene. Ten slotte moest' elke can- didaat eenige vragen beantwoorden over de aardrijkskunde van Nederland en onze Koloniën en over de Vaderlandsche Geschiedenis. Het technisch lezen was van slechts een enkele eandidaat beslist onvoldoende, doch ook van maar zeer weinig candidaten ruim voldoende of goed; menigmaal werd de klemtoon verkeerd gelegd, een woord overgeslagen of een ander woord gelezen dan er stond; bijna alle candi daten lazen te snel; bij enkele was de leestoon niet in over eenstemming met den inhoud van het gelezene. Het weer geven van den inhoud van het gelezen stukje was bij de meeste candidaten voldoende; de wijze, waarop de inhoud werd naverteld, was echter bij vele candidaten maar even voldoende; menigmaal kwam het voor, dat een zin niet werd afgemaakt of dat het juiste woord niet werd gekozen; die slordige wijze van uitdrukken hinderde ook bij de ver klaring van het gelezene, waarbij tevens bleek, dat het verband tussehen letterlijke en figuurlijke beteekenis niet a*tijd werd gevoeld. De zeer eenvoudige vragen over aardrijkskunde en ge schiedenis werden over ’t algemeen goed beantwoord; het tot de Sub-Commissie echter, dat vele candidaten wel goed VERSLAG BEWAARSCHOOLAKTE-EXAMENS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1917 | | pagina 2014