1
59
18
NEDERLANSCHE TAAL.
TEEKENEN.
DE POPPEN W A SCH-
(1034—12%).
Schets naar aanleiding van één der onderstaande ge
dichtjes twee tafereelen, waarvan er één afgewerkt moet
worden.
Toen het schoon was, spande Klaartje
In de bleek een lange lijn;
’t Waschgoed werd daaraan gehangen,
Dat het spoedig droog zou zijn.
Maar intusschen lag daar eenzaam
De arme pop in ’t natte gras,
En zij zuchtte: ,,’k Ril van koude,
Ti Heb een hekel aan de wasch”.
ANT L. DE ROP.
Vul een tobbetje met water.
Doe een kluitje zeep er bij;
En de beide meisjes gingen
Druk nu aan de wasscherjj.
Maar, zei Klaartje op zeek’ren morgen,
’t Jurkje, ’t mutsje, ’t ondergoed
Van de pop is erg besmoezeld,
Weet je, Toosje, wat je doet?
Klaartje en Toosje hadden samen
O, zoo’n allerliefste pop,
In een paars katoenen jurkje
En een tullen mutsje op.
2.
3.
4.
(9—10*/»).
Maak een opstel over één der volgende onderwerpen:
De invloed van den oorlog op ons huiselijk leven.
Stille armoede.
Een achterbuurt.
Een dag in Moeders plaats.
VERSLAG BEWAARSCHOOLAKTE-EXAMENS.
1
1.
-