59 MOPJES STRAF. 1. 4. Rietje wou haar Mopje zoeken En ze keek in alle hoeken, Wacht! daar zat hij met een been! Maar hij hield niet op met eten, Hij wou niets van Rietje weten, En verdrietig ging zij heen. „Kom,” troostte An’, „je mag niet pruilen, Moet jij om zoo’n hond nu huilen? Domme meid! dans lustig op!” En daar ging het vlug en vaardig, Anna zong, het klonk zoo aardig; En ze sprongen in galop. Mopje had gedaan met schransen, En hij wou nu ook wel dansen, Maar hij had het glad verbruid. Of hij, nu hij t beentje op had, Ook al pootjes gaf en opzat, Hij mocht toezien, daarmee uit! OPVOEDKUNDE. (24). Maak een opstel over één der volgende onderwerpen: Waarom achtte Fröbel het noodig, dat in zijn kinder tuin bloemen, planten en dieren aanwezig waren? Zjjt ge vóór of tegen het vertellen van sprookjes op de Bewaarschool? Licht uwe meening met voorbeelden toe. Wat hebt ge in acht te nemen bij het samenstellen van een leerplan voor eene Bewaarschool? De kleiarbeid in de Bewaarschool. Doel, materiaal, leergang. Het mondeling en practisch gedeelte van het examen voor de hoofdakte werd afgenomen op 24, 25, 27 en 28 Sep tember in de Bewaarschool aan de ’s-Gravenzandelaan te ’s-Gravenhage en op 1, 2, 3, 4 en 5 October in de Bewaar school aan de Duinstraat te Scheveningen. Geëxamineerd werd in de vakken: a. Lezen en letterkunde; b. Natuurkennis (schoolhygiëne); c. Zingen en spreken; d. Opvoedkunde en fröbelleer. Boven dien moest elke candidaat met een klasse leerlingen fröbe len en spelen, en voor een klasse vertellen. Ook moesten de candidaten een teekening op het zwarte bord maken. 19 VERSLAG BEWAARSCHOOLAKTE-EXAMENS. 2. 3.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1917 | | pagina 2026