59
24
VERSLAG BEWA ARSCHOOLAKTEEX AMENS.
ZINGEN.
bruik dier organen bij het ademhalen en het spreken.
In verband hiermede ontbrak dan in den regel de kennis
van de wijze, waarop de klanken voortgebracht worden,
benevens een eenigszins methodisch inzicht in de manier
om jonge kinderen de klanken goed te leeren uiten.
Werd hiermede dan het gebied van het verbeteren der
spraakgebreken betreden, dan werd zelfs door sommige
candidaten het gemis aan kennis van een en ander gulweg
verklaard met de mededeeling, dat zij aan de theorie van
het spreken weinig of niets gedaan hadden.
Bij zulke candidaten liep het ook spaak, als aangeroerd
werden de wijzigingen, die de normaal-uitspraken der
klanken (d.i. als klanken op zichzelf) ondergaan in het
vloeiende spreken.
Trouwens het gemis aan kennis van dit laatste was ook
meermalen op te merken, zelfs bij die candidaten, die ove
rigens in de theorie van het spreken voldeden. Goed waar
nemen van, goed hooren naar de algemeen geldende
beschaafde uitspraak moet hierin voor zulke candidaten
verbetering brengen.
Ten slotte de opmerking, dat er eenige candidaten waren,
wier eigen uitspraak te wenschen overliet. Vermeld zij
hierbij in het bijzonder de uitspraak van de s, de l, en de r.
Aan 45 van de 68 Candidaten kon de Sub-Commissie voor
zingen een voldoend cijfer (6—8) geven; 23 bleven beneden
voldoende (4 en 5).
Door bijna allen werd het lied naar keuze goed, door
sommigen zelfs zeer goed gezongen, ook wat de uitspraak
der woorden betrof. De theoretische kennis van noten- en
toonstelsel liep bij de verschillende candidaten zeer uiteen;
verscheidene candidaten kenden de mineurtoonschalen
niet, enkelen kenden den bouw der groote-tertstoon-ladders
zelfs niet. De afbeelding in noten van een vrij gemakke
lijke melodie was voor enkelen niet gemakkelijk te ont
raadselen, omdat maatindeeling en (spaarzaam aange
brachte) toevallige verhoogingen en verlagingen niet vol
doende bestudeerd waren. Daartegenover stonden de
meesten, die het notenschrift toonden te begrijpen en ook
een eenvoudige modulatie opmerkten. Het treffen der inter
vallen in het liedje, dat den capdidaten ter inzage gege
ven was, liet vaak te wenschen over. Zeer enkele candi
daten waren in staat, zonder eenige hulp de melodie van
begin tot eind zuiver te zingen; éen candidaat verraste de
Sub-Commissie door het liedje onberispelijk op woorden