59
I
27
6.
7.
C.
1.
2.
3.
4.
d. de zelfwerkzaamheid,
e. de orde.
De houding voor de klasse en de leertoon gaven geen
aanleiding tot bijzondere opmerkingen.
Door de keuze der lessen werd meestentijds bewezen, dat
men de leerstof der speelmiddelen had doorgewerkt en wist
wat de opgave bedoelde.
Toch waren verreweg de meeste lessen middelmatig,
vaak zelfs minder dan dat. Een voorname oorzaak hiervan
was het overmatig „geredeneer”, waardoor veel tijd werd
zoekgemaakt en onttrokken aan den arbeid der leerlingen.
Meermalen bleef daardoor het resultaat der lessen geheel
achterwege.
Uit de lessen van eenige candidaten bleek duidelijk haar
tekort aan inzicht. Vooral lessen met stokjes èn ringen
waar het gecombineerd gebruik bedoeld wordt waren
daar het bewijs van. Vaak kwam het voor, dat men met de
stokjes aan ’t werk ging, om later een enkelen heelen of
halven ring daar nog bij te leggen, met een allerpooverst
resultaat.
Weinig zorg werd over ’t algemeen gegeven aan het
werk der leerlingen. Vele candidaten lieten slordig werk
onopgemerkt, en waren tevreden, wanneer de kinderen
toonden begrepen te hebben, wat er gedaan moest worden.
Hoewel de meeste candidaten door hare lessen aangaven
het recht begrip der zelfwerkzaamheid te bezitten, waren
er ook nu nog, die het slechts bij naam kenden; en „voor
zeggen” „voordoen” en „vóórteekenen” te baat namen, om
de opgave haar gedaan, ten uitvoer te brengen.
Het handhaven der orde was meestentijds bevredigend.
(Opgaven voor de Fröbellessen.)
Geef een les met de le gave, voor geoefende leerlingen.
Geef een les met de 2e gave, waardoor het onderling
verband der lichamen uitkomt; aan ’t eind der les een
aardige samenstelling uit ’t geheel.
Maak een reeks bouwvormen met de 3e gave B en C.
Begin Uw les met de 3e gave B. en C. met eenige
schoonheidsvormen; eindig met een bouwvorm.
Gebruik de 3e gave B. en C. voor eenige leervormen,
welke ge later in een bouwvorm samenvoegt tot een
geheel.
Gebruik den inhoud van de 4e gave B. en C. voor
eenige leervormen, groepeer ze daarna in een schoon-
heidsvorm; verschillend werk aan ’t eind dér les.
Maak een reeks bouwvormen met de 4e gave B. en
VERSLAG BEWAAHSCHOOLAKTE-EXAMENS.
5.