J
I
il
I
213
3|
Voor liet grootste deel lag de vloot het geheele jaar
stil, doordien de haringvisscherjj wegens den oorlogs
toestand niet kon worden uitgeoefend en niet alle vaar
tuigen voor de schrobnetvisseherij konden worden uit
gerust, door gebrek aan de daarvoor bestemde visch-
benoodigdheden, terwijl de stoom- en motorvaartuigen
die visscherij moesten staken door gebrek aan steen
kolen en petroleum.
Mochten alzoo enkele reedërs met de sehrobnetvis-
scherij geringe winst hebben gemaakt, de ineesten had
den verlies of kwamen juist uit.
Behalve door oorlogsschepen opgebrachte vaartuigen
werden door Duitsche duikboot commandanten vernietigd
de SCH 479, 136, 134, 382, 23, 170, 254, 62, 235, 357 en 242
bij de vernietiging van welk laatste vaartuig de 15-
jarige schepeling Cornells Grootveld werd gedood.
Door stormweer of op andere wijze zijn met man en
muis vergaan: de SCH 165 en 183, waarbij veertien
menschen omkwamen.
iffl
17 stoom- en motorloggers, 273 zeilloggers, 6 logger-
bommen en 19 bommen;
voor zooveel zee- en kustvisschersvaartuigen betreft,
uit: 21 stoomtrawlers en voor zooveel kustvisschers
vaartuigen betreft uit: 4 motorsloepen, 16 garnalen
booten en 92 schokkers, botters, vletten enz.
Van de vorenstaande zee- en kustvisschersvaartuigen
namen deel aan de schrobnetvisseherij: 15 stoom- en
motorloggers, 15 stoomtrawlers en 111 loggers.
Met een vijftal loggers werd ook nog de haring-
visscherij beproefd, doch deze moest wegens den oor
logstoestand aldra worden opgegeven.
Voor de uitoefening der kustvisscherij werden uit
gereikt 426 consenten tot een bedrag van f 213,—, dat
in ’s Rijks kas is gestort.
Voor de schrobnetvisseherij werden, doordien onder
scheidene vaartuigen, tengevolge der tijdsomstandig
heden, andermaal van bemanningen voorzien moesten
worden, 1600 Scheveningsche vissehers aangemonsterd
en 51 elders wonende personen.
Voor de haringvisscherjj slechts 65 Scheveningers.
Het getal analphabeten bedroeg twee, te Scheveningen
wonende.
iVH