I-
216
HOOFDSTUK VII.
M ilit ie, Landweer. Landstorm. Vrijwillige dienst,
Inkwartiering.
a. Militie.
Het aandeel der gemeente in de lichting 1917 bedroeg
1164 man, waarvan zijn ingelijfd:
bij de landmilitie1085 man
bij de zeemilitie79
waarvan voor volledige oefening 1061 man en voor korte
oefening 3 man.
In 1917 werden in de registers ingeschreven:
3 verlofgangers der lichting 1915, 5 der lichting
1916 en geene der lichting 1917, die na het volbrengen
van de eerste oefening in het genot van onbepaald
verlof werden gesteld en 76 verlofgangers komende
uit andere gemeenten.
Voor vertrek naar elders werden afgeschreven 22
verlofgangers.
Herhalingsoefeningen voor de militie werden, in ver
band met het buitengewoon verblijf onder de wapenen
der dienstplichtigen, niet gehouden.
In 1917 werden voor den duur van één jaar van den
dienst bij de militie door Gedeputeerde Staten vrijgesteld
van de ingeschrevenen voor de lichting 1918:
32 wegens het bekleeden van een godsdienstig-mensch-
lievend ambt, enz.;
139 wegens kostwinnerschap; en bij Kon. Besluit:
van de ter inlijving bestemde-en van de ingelijfde dienst
plichtigen, behoorende tot de lichting 1918 en vorige
lichtingen
150 wegens toekomstige woonplaats of wegens woon
plaats in de Koloniën
5 wegens het bekleeden van een godsdienstig-mensch-
lievend ambt, enz.;
1 wegens persoonlijke onmisbaarheid;
46 wegens kostwinnerschap.
Om verschillende redenen werden voor goed vrijgesteld
43 dienstplichtigen, behoorende tot de lichting 1918 en
vorige lichtingen.
Behandeld teerden 284 verzoeken om vrijstelling als
kostwinner van den militiedienst.
5