i
I
265
i
I
I
In het verslag over 1917 van het Haagsch Museum
van Kunstnijverheid vinden wij vermeld, dat de heer
Schimmel penninck van Nijenhuis in November zijn ont
slag als lid der Commissie van Beheer aan het Museum
verzocht.
Het aantal leden bedroeg op 31 December 51. De heer
L. H. Graaf' Schimmelpenninck van Nijenhuis trad als
„stichter” van het Museum toe.
Niet alleen door den oorlogstoestand, maar ook door
de gedwongen sluiting van het Museum wegens brand
stof fenschaarschte gedurende de maanden Januari,
Februari en Maart, was het bezoek geringer dan in de
jaren vóór den oorlog. De studiebezoeken namen echter
toe. Op 20 Mei werd het Museum bezocht door 28 ge
ïnterneerde Belgische militairen.
Tot het geven van een aanschouwelijke les aan een
10-tal leerlingen bezocht Mej. Hudig, leerares in de
kunstgeschiedenis, op 15 September de verzamelingen.
Met hetzelfde doel bestudeerde de heer Zwollo, leeraar
in metaaldrijven of ciseleeren aan de Academie, met
züne leerlingen de verzameling wapens en geciseleerde
voorwerpen. Door leerlingen van de Academie van
Beeldende Kunsten werden vele voorwerpen uit het
Museum opgemeten en in teekening gebracht.
Tweemaal werd aan een meubelfabrikant een meubel
'ter eopieering uitgeleend.
Verschillende voorwerpen werden aangekocht, ten
geschenke of in bruikleen ontvangen.
In het jaarverslag van het Museum ten bate ran het
Onderirijs (Nieuwe Markt 2) wordt medegedeeld, dat
de verzamelingen in het afgeloopen vereenigingsjaar
1916/1917 wederom door geschenken belangrijk werden
uitgebreid.
De onderwijsbioscoop blijkt meer en meer een succes.
Van de „wandelcollecties” werd de verzameling:
„Ontginning van steenkool" voltooid.
In het winterseizoen van het afgeloopen vereenigings
jaar werden vanwege het Museum geen voordrachten
gehouden.
Het aantal bezoeken bereikte het cijfer van 15 942,
tegen 5618 in het vorige jaar.
Het aantal leden bedraagt 249.
I
■4