13
3
VERSLAG GEM. ELECTRISCH BEDRIJF.
De steenkolenvoorziening geeft ook steeds aanleiding
tot zorg: de soorten, die door de electriciteitsbedrijven
moeten worden verstookt, veroorzaken een buitengewoon
groote. slijtage van de transport- en stookinrichtingen, het
geen bij de thans geldende hooge materiaalprijzen de kos
ten van onderhoud abnormaal doet stijgen.
De zorgelijke vooruitzichten omtrent de kolenvoorzie
ning waren aanleiding, dat op 30 April door den Gemeente
raad besloten werd tot het bouwen van een tijdelijke vuil-
verbrandingsinrichting ter besparing van brandstoffen.
De bouw van deze inrichting is met kracht doorgezet, zoo-
dat het nog mogelijk was voor het einde van het jaar een
gedeelte der ovens te stoken. In geregeld bedrijf werd de
inrichting echter eerst in het begin van 1918 genomen.
Voorloopig kan worden vastgesteld, dat de resultaten wel
aan de verwachtingen zullen beantwoorden; dit kan te
meer voldoening geven, daar de kolenprijzen sedert dit
raadsbesluit nog zeer veel hooger zijn geworden.
De hooge kolenprijzen hebben natuurlijk op het resultaat
van het bedrijf groot en invloed gehad. Waren de prijzen
der kolen normaal geweest, zooals die voor den oorlog
golden, nl. circa f 10,per ton, dan zouden voor steenkolen
f 201.200,— minder zijn uitgegeven.
De stijging der kolenmarkt heeft verder noodzakelijk
gemaakt voor die eenheden, waarbij de kolenprijs een
belangrijke rol speelt, in het tarief een kolenclausule op
te nemen. Bij raadsbesluit van 28 December werd voor
krachtverbruikers, die meer verbruikten dan 5000 K.W.U.
per jaar, een verrekenprijs in verband met den kolenprijs
in het tarief opgenomen.
Mede ten gevolge van de schaarschte aan brandstoffen
is in het afgeloopen jaar het aangesloten vermogen voor
kracht belangrijk toegenomen. Industrieën tot het grootste
vermogen toe betrekken thans stroom van het gemeentelijk
net.
Met voldoening kan worden geconstateerd, dat het pu
bliek de voordeelen van het electrisch verwarmen meer en
meer gaat inzien. Indien de moeilijkheden voor het betrek
ken van de daarvoor benoodigde toestellen niet zoo bijzon
der groot waren, dan zou ook in dit opzicht een belangrijk
succes te boeken zijn geweest.
In het kabelnet werden bijgeplaatst 9 transformator-
zuilen, 14 hoogspanningsstations, waarvan er een als
voedingspunt dienst doet, en 1 laagspanningskabelkast.
Verplaatst werd een transformatorzuil en weggenomen
een hoogspanningshuisstation.
De voedingskabel naar voedingspunt 400 werd ingekort