I i I 16 I i I 2 VERSLAG DER VISSCHERSIIA VEN. de loonregeling voor de haringvisscherij en de eersten niet wilden laten monsteren voor de trawlvisseherij alvorens deze kwestie was geregeld. Van beide zijden werd weinig moeite gedaan om het con flict te beëindigen, daar in de afgeloopen jaren veel geld verdiend was en het risico aan de uitoefening der trawl- visscherij verbonden zeer groot was door de en door Enge land en door Duitschland afgekondigde blokkade en de verscherpte duikbootactie. Voor de betrokken nevenbedrijven en visehventers was deze stilstand in het vissehersbedrijf een zeer grooten tegenslag, daar de verdiensten bijna geheel stil stonden. Deze kwestie had nog een paar eigenaardige gevolgen. Aangelokt door de hooge vischprijzen kochten eenige Scheveningsehe reederijen kleine stoomtrawlers, welke uit sluitend bestemd zijn voor de verschvisscherij. Op deze vaartuigen kon, hangende bovenstaande kwestie, wel ge monsterd worden. Scheveningen kwam zoodoende in het bezit van een 23-tal stoomvisschersvaartuigjes. Een tweede gevolg was een belangrijke uitbreiding van de kustvloot. (Schokkers, garnalenbooten en vletten). Vele zeelieden, het nietsdoen moede, en ook al aangelokt door de hooge besommingen, kochten voor eigen rekening of in combinatie knstvaartuigjes. Bezat Scheveningen op het einde van 1916 slechts 19 schokkers en 16 vletten, einde Februari 1917 waren er reeds resp. 43 en 24 in de vaart, ült. December waren deze getallen 70 en 28. Met deze vaartuigen is het eerste halfjaar veel geld ver diend en heeft menigeen door het initiatief en de durf van de eigenaars dier vaartuigen een goed stuk brood verdiend. De vaart op de haven heeft het geheele jaar in het teeken „Abnormale tijden” gestaan. Kwamen andere jaren in Januari nog vele schepen uit andere havens naar hier, om uitgerust te worden voor de visscherij, thans zag men het omgekeerde gebeuren en werden loggers van hier naar andere havens gesleept, om een veiliger ligplaats te zoeken. Einde April kwamen de reeders en zeelieden tot een ver gelijk en haastte men zich, om de vaartuigen voor de trawl- visscherij uit te rusten, ten einde de geleden schade nog zooveel mogelijk in te halen. De beste periode voor die visscherij was toen echter ver streken en bovendien waren de prijzen aanmerkelijk gedaald. Op een tijdstip dat anders reeds vaartuigen die visscherij eindigden, om voor de haringvisscherij te worden uitge rust, vertrok nu een deel der vloot voor de trawlvisseherij.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1917 | | pagina 601