I
16
6
VERSLAG DER VISSCHERSHAVEN.
■fa.
moeilijk en alleen tegen abnormaal hooge prijzen te ver
krijgen was, werd dit euvel nu extra gevoeld.
Een veilige ligplaats met voldoende ruimte blijft dan
ook een levensbehoefte voor den groei van het havenbe
drijf. Nog steeds ligt een groot deel der Scheveningsehe
vloot in andere havens, tot nadeel van de exploitatie der
haven en tot ongerief en nadeel der betrokken reederijen.
Van dit jaarverslag maak ik dan ook nogmaals gebruik,
om te wijzen op de dringende behoefte,aan een veilige op-
leghaven. Wanneer de aanleg daarvan gepaard gaat met
een verbinding met de binnenwateren, dan mag op een
gezonde uitbreiding van het verkeer op de haven, in ver
band met de diepte der buitenhaven, met het volste recht
gerekend worden.
9 Februari werd de logger Seh. 335 van de reederij Hub.
Dirkzwager door een Duitsche duikboot tot zinken ge
bracht. De bemanning landde te Terschelling.
20 Februari kwam de schokker O.D. 6 binnen met een
gewonden matroos van een Katwijkschen logger. De
quarantaine dokter liet den man naar huis transpor-
teeren.
17 Maart strandde de Scheveningsehe logger Seh. 199 van
de reederij Hub. Dirkzwager. De bemanning kon met eigen
boot het vaartuig verlaten en landde te Zandvoort. Het
vaartuig was •verloren.
20 April liep de logger M. A. 9 de haven binnen met de
equipage van de sleepboot „Marcel”. Deze boot, die met 2
lichters op sleep op weg naar Londen was, werd 19 April
door een duikboot getorpedeerd.
1 Mei werd de mededeeling ontvangen, dat de lichten der
buitenhavenhoofden, wegens bezuiniging, aan de binnen
zijde geblnscht werden.
18 Mei kwam de logger SCH 134 binnen met een mijn aan
boord, welke met het visschen in het net was gekomen. De
militaire commandant liet de mijn demonteeren en lossen.
18 Mei kwam de logger SCH 250, reederij A. van der
Toorn, binnen met de bemanning van het aan de firma van
der Eb te Rotterdam toebehoorend zeilschip „Johanna”
kapitein Bonnema, welk schip den vorigen dag op 20 mijl
afstand van Scheveningen door een duikboot tot zinken
was gebracht.
24 Mei bracht de logger SCH 195, reederij A. van der
Toorn, de bemanning van de zeiltjalk „Alberdina” van
Groningen aan. Het vaartuig, geladen met steen en gips
<n op reis van Frankrijk naar Rotterdam werd 19 mijl van
het Maasvuurschip den 23sten Mei getorpedeerd. Den zelf
den dag kwam de schokker SCH 12 binnen met een mijn