16A 15 VERSLAG GEMEENTELIJK GRONDBEDRIJF. meer. Zooals hierboven reeds werd vermeld, bedroeg de post niet bij te schrijven rente en aflossing ter zake van de overbelaste terreinen f 134.376,505 meer dan de raming. Ook de post Grond- en polderlasten steeg boven het ramingscijfer en wel met een bedrag van f 3.856,92 in verband met gemelden inbreng. Evenzoo de post Onder houd met een bedrag van f 2890,645. De uitkeeringen aan het Erfpachtsfonds beloopen in totaal f 13.403,26 of wel f 3.233,26 meer dan voor 1917 ge raamd was, in verband met de meerdere opbrengst van erfpachtscanon. In verband met een kleiner disagio op de leeningsschuld ter zake van de bij te schrijven aflossing, dan waarop bij de begroeting was gerekend, behoefde wegens aflossing f 4.101,minder ten laste van den gewonen dienst te wor den gebracht. Onder de raming bleven voorts de posten taxatiekosten, bureau- en administratiekosten, reclame- en advertentie- kosten en rente van waarborgsommen. Het nadeelig saldo van den buitengewonen dienst, ge raamd op f 626.905,bedraagt blijkens de rekening f 830.362.41, of wel f 203.457,41 meer dan de raming. De inkomsten, welke voor „memorie” waren uitgetrokkeu, bedragen nihil. Het verschil tusschen de raming en de uitkomst van den buitengewonen dienst spruit voornamelijk voort uit de omstandigheid, dat de kosten van werken voor aanleg op de begrooting voor „memorie” waren uitgetrokken, ter wijl zij blijkens de rekening in totaal hebben bedragen f 196.182,69. Bovendien overtreffen de bij te schrijven rente en aflossing, niettegenstaande de meerdere batige saldi, welke hiervan in mindering komen, gezamenlijk de raming met f 7.274,72 grootendeels als gevolg van bovengenoemde!! inbreng.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1917 | | pagina 647