21
Paarden.
24
Blijft 144 paarde».
25
2156 piasa vabezems (gevuld);
201 opneembezems (gevuld);
18944 berkenbezems;
150 diverse soorten bezems;
57 puinvorken.
In eigen beheer werden o. a. vervaardigd:
2 stortkarren;
2 urinoirwagens;
2 vatenwagentjes voor de warmwatervoorziening;
1 overstortwagen voor de vuilverbranding;
20 onderstellen voor paardenwagens;
80 wielen;
16 lemoeneu en lemoenboomen;
45 lange boomen;
29 paardedekeus;
50 broekriemen.
In het jaar 1917 werden geen wagens gesloopt.
De in het vorige jaar ten behoeve van de drinkwater
voorziening aan het leger afgestane 5 sproeiwagens bleven
nog in gebruik.
In verband met de tijdsomstandigheden werd ook dit
jaar geen aanbesteding gehouden van magazijngoederen.
doch geschiedde de aankoop ondershands.
De levering van de benoodigde dienstrijwielen in huur
geschiedde ook dit jaar volgens contract door G. Lacroix,
alhier.
Aangekocht werden
Zoodat de bezetting op het einde van het jaar
bedraagt 169 paarden.
Op 31 December 1916 bedroeg
het aantal paarden168
van deze stierven2
en werden verkocht wegens ongeschiktheid 22
Af
18
VERSLAG GEMEENTELIJKE REINIGINGSDIENST.