24 4 VERSLAG GEMEENTEMUSEUM. Toestand van het Gebouw. Toestand der Verzamelingen en van het Archief. Ook ditmaal kan ik mededeeling doen van eene belang rijke wijziging in de opstellen van een onzer verzamelingen, en wel die van het Delftseh aardewerk (coll, van der Burgh). Nu de, hieronder te noemen, nieuwe catalogus was gereed gekomen, werd het uitvoerbaar eene geheele her plaatsing van deze collectie te ondernemen, waarbij de orde van dien catalogus werd gevolgd. De nieuwe schikking vol doet zeer en verhoogt de bruikbaarheid van ons bezit, dat zich steeds in groote belangstelling verheugen mag. Van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om de voorwerpen alle weder eens grondig te reinigen. Tevens werd ook de verzameling glaswerk gereinigd en met kleine veranderingen in de schikking herplaatst. De toestand van het gebouw geeft geene aanleiding tot bijzondere opmerkingen. Herstellingen van belang hadden niet plaats. De inrichting voor centrale verwarming bleef goed voldoen. Met behulp van eenige hygrometers werd het vochtgehalte van de lucht tijdens het stoken geregeld gecontroleerd, en zoodoende kon worden gezorgd, dat er geen gevaar voor de schilderijen en voorwerpen ontstond. Trouwens de kolenrantsoeneering was zóó krap, dat er vóór 1 Januari niet kon worden gestookt en met einde Februari daarmede al moest worden opgehouden. Ik heb niet ge tracht daarin verandering te brengen en een verhoogd rantsoen te krijgen, omdat ik de proef volledig wilde nemen; de w’einigc gestrengheid van den winter heeft daarbij gunstig gewerkt. De bezwaren waren echter groot. Immers, behalve dat er dus slechts twee maanden ge stookt werd, was ook in die maanden de temperatuur nog heel laag. Ondanks het verschaffen van warme overklee- ding aan het bedienden-personeel is er toch heel wat koude geleden, terwijl ook voor de schilderijen en de meubelen de toestand zeer ernstig zou geworden zijn als weder een vorstperiode zou zijn aangebroken. Ik zie er dan ook ernstig tegen op om den komenden winter weder zóó slecht voorzien tegemoet te gaan. De lokaliteit welke ter beschikking van de directie staat en welke aanvankelijk, in 1912, niet onvoldoende leek, geeft hoe langer hoe meer bezwaren. De plaatsing van de prent verzameling, van de bibliotheek, van al wat in bewerking is, kost steeds hoofdbreken, terwijl de werkgelegenheid zelve steeds meer bekrompen wordt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1917 | | pagina 969