24 6 VERSLAG GEMEENTEMUSEUM. Aankoopen, Aanwinsten en Verliezen. In de behoefte aan plaatsvervanging op vrije dagen en anderszins werd voorzien, voor zoover noodig, door aan wijzing van W. F. C. Greebe. c. Salarieering. Sedert mijn voorgaand verslag werd aan de ambtenaren en beambten, die daarvoor in aanmerking kwamen, eene periodieke verhooging toegekend. Op 1 Januari 1918 was daardoor de salarieering als volgt: Directeur f 1.500; Onderdirectrice f 1.450; Concierge f 1.275.—; 2 bedienden elk f 1000.—; 2 bedienden elk f 800.—; 2 nachtwakers elk f 728.—; 1 tijdelijke schrijfster f 300.—. Onder de salarieering van den concierge is begrepen een bedrag van 200 gulden in verband met art. 10 sub 4. van de salarisverordening; in verband met art. 3 sub 2 dier verordening is zü verminderd met 75 gulden. Zij het niet in die mate als 1916, toch heeft ook dit jaar belangrijke aanwinsten te vermelden voor onze verschil lende verzamelingen. Het was ditmaal onze verzameling van werk van Haag- sche meesters, die de meest omvangrijke aanwinst verwierf door eenige schenkingen en een aankoop, alle betrekking hebbende op den in het verslagjaar overleden Theo van Hoytema. Deze kunstenaar had aangelegd en bijgehouden eene uitgebreide verzameling van zijne naar de natuur gemaakte schetsen, welke in negen kleine portefeuille’s werd bewaard. Zij bevatten de kern van zijn arbeid en zijn van zeer bijzondere beteekenis om dien arbeid op hare waarde te schatten en juist te verstaan. Het was zijn aan zijn naastbestaanden te kennen gegeven wensch, dat deze collectie zou bijeen blijven en zoo mogelijk in een publieke verzameling zou worden opgenomen. De wijze, waarop ons Museum het werk van Colenbrander bleek te waardeeren, heeft bij het geven van den voorkeur den doorslag gegeven, zoodat de bovengenoemde negen portefeuille’s ten ge schenke werden aangeboden onder deze voorwaarde, dat voor een zéér schappelijken prijs nog vier groote por tefeuille’s met teekeningen en schetsen uit de nalatenschap veerden aangekocht. Juist in die dagen liquideerde de Bosboom-tentoonstelling en bleek, dat een groot ge deelte van het gestort waarborgkapitaal aan de aan deelhouders kon w’orden terugbetaald. Het bestuur dier tentoonstelling stond mij toe aan aandeelhouders het voorstel te doen, die min of meer onverwachte bate

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1917 | | pagina 971