24 7 VERSLAG GEMEENTEMUSEUM. voor deze Van Hoytema-aankoop te bestemmen. Met groote erkentelijkheid vermeld ik, dat bijna allen met dit voorstel medegingen, zoodat het mogelyk was boven genoemde voorwaarde te aanvaarden. Het Museum be hoefde slechts een klein bedrag bij te passen. Mijn daartoe strekkend voorstel werd door Uwe Commissie gaarne aan genomen, terwijl ik gemachtigd werd om, ter completeering. ook van het belangrijke grafische werk van den kunstenaar, exemplaren aan te koopen. De collectie werd nog gecom pleteerd door den aankoop van een tweetal portefeuille’s met schetsteekeningen in 1888 en ’89 in Leiden en Amster dam (Artis) gemaakt. Eenmaal zooverre, werd het beeld vollediger gemaakt door nog een drietal belangrijke ge schenken. Namens de familie werd nog geschonken een compleet stel der door Van Hoytema gelithografeerde kalenders 1902—1908, terwijl de firma Ferwerda en Tieman de daarbij aansluitende kalenders, voor hare rekening gemaakt, 19091917, ten geschenke gaf. Tenslotte stelde de heer A. Preyer, alhier, mij in de gelegenheid om op de veiling der nalatenschap, de groote -waterverf- en krijt- teekening: Zwarte Zwaan, aan te koopen. Alles tezamen genomen is dus nu van het werk van dezen fijnbegaafden kunstenaar, dank zij al deze sympathieke medewerking, een veelzijdige en rijke vertegenwoordiging in ons Museum bewaard. (Bijlage C). Ook eene geheel andere afdeeling van het Museum kon belangrijk worden uitgebreid. Het is die van het werk van Haagsche zilver- en goudsmeden. In mijn verslag over 1915 kon ik voor het eerst van een belangrijke aanwinst dezer, toen nog nauwelijks gevormde afzonderlijke afdeeling, gewagen. Sindsdien is geregeld met de aanvulling ervan voortgegaan, en zoowel door schenking als door aankoop werden zóóvele stukken verworven, dat zij nu met eere kan worden genoemd en in het begin van het volgend jaar de opstelling in een tweetal afzonderlijke vitrine’s, haar nog beter dan tot nu toe tot haar recht zal kunnen laten komen. Het is natuurlijk jammer, dat de verzameling in hoofd zaak beperkt is tot de 18e eeuw, wegens de zeldzaamheid van 17de eeuwsche stukken van Haagsche afkomst, maar reeds nu is toch het overzicht van de smaak-ontwikkeling, die zij ons vermag te geven, leerzaam en belangwekkend. De serieën: kandelaar, schenkblad, kannetje, mosterdpot, lepels en vorken, en zoutvat vooral, vertoonen reeds een aardig beeld. (Bijlage B.). Van de verzameling schilderijen heeft slechts die van moderne meesters aanwinsten te boeken. Allereerst dien ik de aandacht te vestigen op de zeer be-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1917 | | pagina 972