24 8 VERSLAG GEMEENTEMUSEUM. langrijke aankoop, welke ik doen kon op de veiling van een deel der nalatenschap van Anton Mauve, welke bij de. firma K ley kamp onder den hamer kwam. Dank aan de krachtige steun van de Ver. v. Moderne Kunst en van enkele belangstellende stadgenooten, niet het minst ook door de zéér tegemoetkomende houding van de erven Mauve, kon het zeer interessante, vol distinctie geschil derde zelfportret van den meester worden verworven. Het verdient een eereplaats in onze portretgalerij van Haag- sche meesters. De mij door die belangstellenden verleende hulp stelde mij ook in staat om nog een tweetal teekeningen en drie schetsboeken aan te koopen Een dier boeken bevat schetsen gemaakt op een reisje langs den Rijn, een ander verschillende voorstudies voor het groote schilderij dat het museum van Mauve bezit: de op het strand getrokken bom schuit. Deze aanwinst is zeker van buitengewone betee- kenis en het past mij hier nog eens met groote erkentelijk heid hen te gedenken, die haar door hun goedgeefschheid hebben mogelijk gemaakt. In de tweede plaats werd ten geschenke gegeven door het Mahler Comité 1917, het door dit Comité aan mr. Henri Viotta aangeboden van hem door H. J. Haverman geschil derd portret Onze verzameling portretten verwierf daar door een èn door de persoon van den afgebeelde en door de persoon van den schilder zeer welkome en gewaardeerde aanwinst. Bovendien verwierven wij: „Hyacinthenveld” van A. L. Koster, en „Huiswaartskeerende herder met schapen”, van W. van der Nat, beide aangekocht en geschonken door de Ver. voor Moderne Kunst. Voorts eenige bruikleenen. Zeer belangrijk is daarbij het schilderij van Jozef Israëls „de Wetschrijver”, afgestaan door den heer H. van Schaardenburg, alhier. Hiermede is een der meest beteekenende stukken uit Israëls lateren tijd gekomen in het Museum, dat tot nu toe slechts het veel vroegere „Naaistertje” bezat. Naast de beide Breitners, die het vorige jaar werden verworven kwam als bruikleen van den heer A. J. Roest te Dordrecht nu een, vooral picturaal zeer belangrijk, schil derij „Straattypen”, van dezen meester zich voegen. Ten slotte stond de heer (1. Blaauw een tweetal groote stukken van Theophile de Bock af, waardoor deze meester heel wat beter vertegenwoordigd is dan door het stukje, dat wij van hem reeds bezaten. Dat tengevolge dezer aanwinsten verschikkingen van tamelijk ingrijpenden aard moesten plaats hebben, spreekt van zelf. Het kost hoofdbreken om plaats te vinden zelfs

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1917 | | pagina 973