I
I
is
21
46
VERSLAG GEMEENTELIJKE REINIGINGSDIENST.
Diverse werkzaamheden.
!l
j
ling schoongehouden, onderging dit jaar geen wijziging
en bedraagt op het einde van dit jaar 26 tegen 26, 24, 19, 15,
13, 13, 10 en 3 in de jaren 1917/1910. Een afdoende verbete
ring van den toestand, waarin vele brandgangen verkeesen,
zal slechts verkregen kunnen worden door deze aan
gelegenheid bij Politieverordening te regelen.
Sedert 1912 geschiedt ook de opruiming van dierenlijken
en ander hinderlijk vuil uit slooten en wateren rondom de
Gemeente door dezen dienst. Deze ■werkzaamheden worden
periodiek uitgevoerd door 2 man met 1 gesloten paarden-
wagen. In het jaar 1918 werden 30 kadavers aangevoerd.
Ter uitvoering van de verordening op de invordering
van de hondenbelasting en van art. 11 der Algemeene
Politieverordening werd ook dit jaar door dezen dienst
vanaf 1 Juli tot 31 December 1 werkman beschikbaar ge
steld om de politie behulpzaam te zijn bij het opvangen van
honden. De opgevangen honden werden met een daarvoor
bestemden paardenwagen tweemaal per dag aan de politie-
bureaux afgehaald en naar de hondenbewaarplaats op den
aschstaal aan de Westerstraat overgebracht, waar zij
werden verzorgd totdat de eigenaar zich aanmeldde of,
bij gebreke daarvan, na den gestelden termijn werden af
gemaakt. In het geheel werden 398 honden aangebracht,
waarvan 181 werden afgehaald en 217 werden afgemaakt
in de asphyxiatieinrichting.
Zooals reeds onder „Algemeene beschouwingen” werd
medegedeeld, gaven de tijdsomstandigheden aanleiding tot
het weder instellen van de warmwatervoorziening, waar
toe op 16 plaatsen sproeiwagens werden geplaatst, die te
voren waren ingericht voor het inleiden van stoom en die
waren bekleed met een isoleerende stof. Afgeleverd werden: