VERSLAG van de Commissie van Beheer over het Gemeente-museum Bij het einde van het jaar 1918 was de Commissie van Beheer over het Gemeente-Museum samengesteld als volgt: Voorzitter: Mr. J. A. N. Patjjn, aangewezen als lid van het Dagelijksch Bestuur der gemeente; Onder-voorzitter: (vacature Mr. J. A. H. Baron van Zuijlen van Nijevelt); Penningmeester: J. Jurriaan Kok, aangewezen als lid van den Raad der gemeente; Leden: Dr. W. F. Scheurleer en Dr. C. Hofstede de Groot, aangewezen uit de ingezetenen der gemeente; Secretaris: Mr. P. C. E. Vollgraff, commies ter gemeente-seeretarie. In den loop van 1918 is de Burgemeester, Mr. J. A. N. Patijn, in de plaats getreden van Jhr. Mr. Dr. H. A. van Karnebeek, die als gevolg van zijn benoeming tot Minister van Buitenlandsche Zaken het burgemeestersambt en daar mede tevens het lidmaatschap der Commissie neerlegde; zijn voorzitterschap zal zeker bij de leden der Commissie in aangename herinnering blijven. Door vertrek naar elders is Mr. J. A. H. Baron van Zuylen van Nyevelt afgetreden als lid van den gemeenteraad en tevens als lid en onder-voorzitter der Commissie, waarvan hij gedurende een aantal jaren deel had uitgemaakt, en waar zijn persoon niet minder dan zijn deskundige adviezen op grooten prijs werden gesteld. Het besluit van den Gemeenteraad tot instelling van den Dienst voor Kunsten en Wetenschappen ontnam aan de Commissie van Beheer haar eigenlijken werkkring: een anders samengestelde commissie met andere bevoegdheden moest in haar plaats treden. In den aanvang van 1919, nog vóór de zaken betreffende het jaar 1918 geheel waren afge wikkeld, werd deze nieuwe Commissie, de Commissie van Advies voor den dienst van Kunsten en Wetenschappen, door Burgemeester en Wethouders benoemd. Om de con tinuïteit in den gang van zaken niet te verstoren, wordt door haar dit verslag over het afgeloopen jaar uitgebracht.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 1099