26 3 VERSLAG BURGERLIJK ARMBESTUUR. Voor de echte schamele armen, voor hen, die voor alles hun hulpbehoevendheid verborgen willen houden, moest echter een andere regeling worden getroffen. Zij, die den armbezoeker liefst niet aan hun huis hebben, wordt de gelegenheid gegeven, hunne ondersteuning op een ander uur, dan het algemeene, te komen afhalen; bij hen, die dit bezwaar niet koesteren, kan deze worden thuis bezorgd. Aan de breede schaar van armen buiten hun schuld, als gevolg van ouderdom, van werkloosheid, van ziekte, in die gevallen, dat de hulpbehoevendheid het gevolg is van het verlaten van het gezin door den kostwinner, zal de onder steuning wekelijks door de armbezoekers moeten worden thuisbezorgd, die dan tevens gelegenheid hebben en be lmoren te gebruiken om hun sociaal werk te verrichten. Met het besluit tot de invoering van dit stelsel, werd tevens besloten, om, onmiddellijk na iedere vergadering, aan ieder wien steun wordt toegekend, een kennisgeving te zenden in gesloten enveloppe, houdende de mededeeling, van de hoegrootheid van het vastgestelde bedrag, of dit bedrag zal moeten worden afgehaald, zoo ja, al of niet op een vastgesteld uur, of wel, dat dit door den armbezoeker zal worden thuisbezorgd. En als gevolg van deze regeling werd bovendien het be sluit genomen, de ondersteuning in den vorm van het ver strekken van brood geleidelijk af te schaffen. Is met het invoeren van deze maatregelen de reorgani satie van het Burgerlijk Armbestuur nog niet voltooid, is het daardoor nog niet geworden de sociale instelling, de instelling van maatschappelijke hulpverleening, die het worden moet, de grondslagen voor een verderen uitbouw zijn hiermede gelegd en ongetwijfeld zullen in het volgend verslag reeds belangrijke resultaten zijn te boeken. Het spreekt van zelf, dat tengevolge van een meer inten sieve en meer individueele behandeling van de in onder steuning opgenomen personen en gezinnen een juister over zicht van de behandeling van dezen noodzakelijk wordt. Hiertoe werd een kaartsysteem ingevoerd, waarbij reke ning werd gehouden, dat de proef met den Armenraad, wat het eerste onderzoek betreft, in een definitieve regeling zou kunnen worden omgezet. Was hiervoor het aanstellen van meer administratief per soneel noodig, ook, wijl de in dienst zijnde armbezoekers meer tijd aan de aan hun zorgen toevertrouwden zouden hebben te besteden, werd uitbreiding van het aantal arm bezoekers noodzakelijk geacht. Bovendien eischte het opdragen van het eerste onderzoek

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 1136