27
2
VERSLAG DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING.
HOOFDSTUK II.
Stand der verzekering.
Van deze organisatie wonen hier ter stede geen leden.
In den loop van het jaar 1919 kwamen hier nog by de
volgende kassen
op 6 Jan. de Land. Fed. Bond van Meubelm., Behangers,
machinale en andere Houtbe- en verwerkers,
Borstelmakers e.a.v.
en daarmede dus de werkzaamheden van het Fonds geheel
zijn beëindigd.
Intusschen was de Gemeente nog slechts voorloopt g tot
de nieuwe regeling toegetreden. Na afloop van den termijn
der proefneming (het jaar 1918) stelden Burgemeester en
Wethouders, na advies te hebben ingewronnen van de Com
missie van Advies voor de Werkloosheidsverzekering, aan
den Raad voor, op de gronden ontwikkeld in hun prae-
advies, d.d. 11 Maart 1919 (Verz. 1919, no. 316) welk
stuk als bjjlage I aan dit verslag is toegevoegd met in
gang van 1 Januari 1919 definitief toe te treden tot de
regeling, vervat in het Werkloosheidsbesluit 1917, zooals dat
is gewijzigd by Koninklijk besluit van 9 Januari 1919
(Staatsblad no. 7) [zie bylage II]. In de Raadsvergadering
van 17 Maart 1919 werd dit voorstel zonder hoofdelyke
stemming aangenomen.
By den aanvang van het jaar 1918 wa/en by het Ge
meentelijk Werkloozenfonds aangesloten 25 kassen met 5657
leden. Tengevolge van de toelating tot de ryksregeling ver
minderde dit aantal met 16 kassen.
De vereenigingenMetselaarsvereeniging „Door Verbroe
dering Verbetering” en Opperliedenvereeniging „Door Een
dracht Sterk” traden toe als onderdeden van de „Landelijke
Federatie van Bouwvakarbeiders”
de vereeniging „Onze Hulp is in den naam des Heeren”
als de „Chr. Nationale Bouwvakarbeidersbond”.
Behalve aan de reeds in het vorig jaarverslag vermelde
kassen (blz. 3 en 4) werd in 1918 nog subsidie krachtens
het Werkloosheidsbesluit 1917 verleend aan
de Ned. R.-K. Diamantbewerkersvereeniging „St. Edu-
ardus” met ingang van 28 October
den Alg. Ned. Straatmakersbond, met ingang van 25
November.