27 Kleeding en Reiniging. eerstgenoemde bedragen zou door het Koninklijk Nationaal Steuncomité de helft worden terugbetaald, terwijl bij het laatstvermelde crediet dit Comité de helft der ongedekte kosten voor zijn rekening wenschte te nemen. Ook voor de kleedingindustrie, in deze gemeente een bedrijf van beteekenis, werdén de moeilijkheden voortdurend grooter. In het begin des jaars was er, ondanks de stijging van de prijzen der stoffen, voldoende werk, daar het publiek vroegtijdig bestelde uit vrees voor nog grootere prijsstij gingen. Toen deze zich inderdaad deden gevoelen en ook de schaarschte aan stoffen en fournituren steeds grooter werd, werd de bed rij fs toestand ongunstiger, tot omstreeks de maand November een sterke malaise intrad. Het aantal bestellingen aan de maatzaken was voortdurend kleiner geworden en ook de confectie-industrie, welke zich door het gemis van buitenlandsche concurrentie sedert het uit breken van den oorlog in een sterken groei had mogen verheugen, was hoe langer hoe meer in de verdrukking geraakt. Behalve de reeds genoemde oorzaken, kwam hier in dezen tijd nog bij eenerzijds de verwachting van het publiek, dat, als een gevolg van het sluiten van den wapenstilstand, de abnormaal hooge prijzen weldra zouden gaan dalen en ander zijds de verminderde koopkracht van een groot deel van het publiek als gevolg van de blijvende duurde der levens middelen. De groote afmetingen, die de werkloosheid in dit bedrijf dientengevolge had aangenomen, dwongen tot het treffen van bijzondere maatregelen. Daar de organisaties niet bij de werkloosheidsverzekering waren aangesloten, richtten zij tot Burgemeester en Wethouders het verzoek hun mede werking te willen verleenen aan het tot stand komen van een wachtgeldregeling voor het heerenkleedingbedrijf. De werkgevers en het Koninklijk Nationaal Steuncomité hadden zich bereid verklaard ieder 40°/o in de kosten der uit- keeringen by te dragen, terwijl van de gemeente de overige 20% werd gevraagd. Aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders, om aan het verzoek der organisaties te voldoen en vanaf 30 December 1918 in de kosten der wachtgeldregeling tot een aandeel van 20 bij te dragen, hechtte de Gemeente raad in zijne vergadering van 20 Januari 1919 zijn goed keuring. 14 VERSLAG DEK WERKLOOSHEIDSVERZEKERING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 1167