27
i
18
VERSLAG DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING.
aan het kasbestuur, dat tegen een bepaalde uitkeering be
zwaar bestaat.
Verschillende gevallen, waarin tegen gedane uitkeeringen
of tegen handelingen, die in strijd met de reglementen waren
verricht, moest worden opgekomen en de wijze, waarop deze
ter kennis van het gemeentebestuur kwamen, zullen hier
onder worden besproken.
In de eerste plaats vormt de controle, welke naar aan
leiding van de ingezonden individueele kaarten plaats heeft,
een belangrijk hulpmiddel om. na te gaan of de reglementen
juist w’orden nageleefd.
Uit de op deze kaarten voorkomende gegevens blijkt
immers reeds dadelyk, of het lid, dat uitkeering ontvangt,
reeds lang genoeg lid der kas is, of het vereischte aantal
wachtdagen is doorgemaakt, of het uitgekeerde bedrag in
overeenstemming is met de uitkeeringsklasse, waarin het
lid is gerangschikt en of het reglementair vastgestelde aantal
dagen niet wordt overschreden. In enkele gevallen, waarin
genoemde bepalingen niet juist waren toegepast, werd om
nadere inlichtingen gevraagd. Bleek na onderzoek, dat de aan-
teekening op een vergissing berustte, dan werd de gemaakte
fout hersteld en eventueel ten onrechte gedane uitkeeringen
van de betrokkenen teruggevorderd of met hen verrekend.
Het onderzoek naar de inschrijving der werkloozen als
werkzoekenden bij de Arbeidsbeurs leverde in meerdere
gevallen reden tot aanmerkingen op. De juiste naleving
van de door deze instelling gegeven voorschriften (onmiddel
lijke inschrijving bij werkloosheid, hernieuwing der in
schrijving na 14 dagen en terugzending der kaart by het
aanvaarden van werk) schijnt voor vele verzekerden nog
steeds een groot struikelblok te zyn.
Ondanks het feit, dat de bestuursleden der organisaties
dezerzyds voortdurend aan de desbetreifende voorschriften
worden herinnerd, ondanks de krachtige maatregelen, die
zij zelve nemen om de naleving er van te bevorderen, is
het in het afgeloopen jaar toch nog herhaaldelyk voorge
komen, dat uitkeering werd verstrekt aan werkloozen, die
bij onderzoek bleken niet ingeschreven te staan. De aan
schrijving tot terugstorting van deze uitkeeringen stuitte
aanvankelijk wel eens op eenigen tegenstand, daar het voor
de kasbestuurders dikwyls moeilijk en soms geheel onmogelyk
was van de betrokken leden de reeds uitgekeerde bedragen
terug te krijgen. Dezerzijds is daarbij steeds het standpunt
ingenomen, dat dit een kwestie is tusschen bestuur en leden
en het gemeentebestuur slechts heeft toe te zien op terug
storting der bedragen in de werkloozenkas.
Een ander geval, dat zich, met betrekking tot deze voor-