30 J X 9 VERSLAG WONINGWET. De Secretaris, M. van Reenen. Burgemeester en Wethouders van s-Graverihage J. Patijn. Aldus opgemaakt door Burgemeester s-Gravenhage, den 1 Augustus 1919. en Wethouders 'van Op de uitvoering van bouwwerken werd door het Bouw en Woningtoezicht geregeld toezicht uitgeöefendde eischen en de belangen van de openbare veiligheid en gezondheid, werden daarbij zooveel mogelijk bevorderd. Bemoeiingen van het Bouw- en Woningtoezicht ten aan zien van onvoldoende en gebrekkige toestanden aan bestaande gebouwen, hadden tot gevolg, dat vele en veelal belangrijke verbeteringen werden verkregen. Naar aanleiding van een schrijven van de Gedeputeerde Staten dezer provincie, met betrekking tot eene missieve van den Minister van Justitie, omtrent het zich niet schik ken van huiseigenaren naar de uitspraken van de Huur- commissies, werden in observatie genomen de woningen, waarvan aangevraagde verhoogingen van huurprijs door de Huurcommissies niet zijn goedgekeurd. De bevindingen, bij driemaandelijksche observatie, werden in tabelvorm ter kennis van de Huurcommissies gebracht. De woningnood gaf, in verband met den geringen aanbouw van nieuwe woningen, aanleiding tot het vaststellen door den Gemeenteraad van een Verordening (Verz. no. 120 van 1918), waarbij het verboden is, een perceel of perceelsgedeelte, dat voor woning bestemd is, te sloopen, of door verbouwing aan die bestemming te onttrekken, of wel eene woning eene andere bestemming te geven, behoudens vergunning van Burgemeester en Wethouders. tot het vernieuwen van een bouwvailigen muur tusschen 2 perceelen tot het vervangen van een bouwvallige erf- afscheiding door een muur; 5o. tot het van ongedierte zuiveren van 7 perceelen; 6o. tot het sloopen van 19, voor de bewoning van andere perceelen, overwegenden hinder veroorzakende, onbewoon- baar-verklaarde woningen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 1290