30 A 3 VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT. II. Stand van den woningbouw. 'i. III. Verbetering van woningen, onbewoonbaar- verklaringen, enz. De algemeene verhoudingen en de gedragslijn ten deze ondergingen sinds het vorige jaar geen wijzigingen. Het aantal klachten was abnormaal hoog, als gevolg van onvoldoend onderhoud van woningen in de laatste jaren; niet minder toch dan 981 klachten werden ingeschreven en in behandeling genomen; in 1917 bedroeg dit aantal 866. Op grond van art. 14 der Woningwet (en van de bepa lingen der Bouw- en Woon verordening) werden door Bur- De toestand ging ook ten deze zeer achteruit, althans voor zoover den particulieren woningbouw betrof. Een gedetail leerd overzicht geven de tabellen, aan het eind van het verslag op de bladz. 2729 afgedrukt (reeds opgenomen in de maandcijfers van het Gem. Statistisch Bureau). Het verhoudingscijfer tusschen de vermeerdering van het aantal woningen en het bevolkingsaccres (19111913 gem. 1 4.93, 19151917 gem. 1 6.7) was voor 1918 1 5.5; deze daling was het gevolg van geringeren bevolkingsaanwas. Vertrek van vreemdelingen gaf aan het eind van het jaar voorts eenige verlichting, in hoofdzaak echter nog hoogere huren. In verband hiermede is aan het eind van het ver slag op blz. 30 afgedrukt een graphisch overzicht van de leegstaande woningen 19111918, met de bevolkingslijn. Hoewel van den op handen zijnden vrede voor het wo- ningbouwbedrijf voorshands geen verbetering te verwach ten was, maakten de voorgenomen regeeringsmaatregelen, en in verband daarmede de in de Raadsvergadering van 23 Dec. 1918 aangenomen faciliteiten, de toekomst meer hoopvol. Met name het door den Raad aanvaarde beginsel, dat de bouwnijverheid voor de vermoedelijk na eenige jaren als „normaal” geldende prijzen heeft op te komen, en de gemeenschap de daarboven gaande „crisis” kosten on der zekere restricties voor haar rekening neemt, wekte de verwachting, dat het bedrijf in den kortst mogelijken tijd in gezonde banen kan worden geleid.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 1293