304 8 VEHSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT. i) De leiding van deze proefnemingen was in handen van Prof. J. A. v. d. Kloes. Het gebruik van tijdelijke constructies (vakwerkbouw) werd op zeer coulante wijze bevorderd. De eigenaardige bezwaren, verbonden aan het doen ver richten van keuringen in een particulier proefstation, ga ven aanleiding, over te gaan tot inrichting op bescheiden schaal van een eigen laboratorium waarin op denzelfden Gecorrespondeerd werd met eenige handelaren in bouw materialen en fabrikanten van ijzeraarden buizen, ten einde verbetering te krijgen in de bewerking van z.g. bochten (45°), en om vervaardiging uit te lokken van ‘/te bochten (221/s°), aan welke laatste, bij geringe richtingsveranderin- gen in potbuisleidingen, dikwijls behoefte wordt gevoeld. Van eenige zijden werden gunstige toezeggingen gekregen, zoodat invoering van beide verbeteringen praktisch ver zekerd was. Bijgewoond werden proefbelastingen van een nieuw sys teem gewapend-betonvloeren, samengesteld uit vooraf ge reedgemaakte, omgekeerd-bakvormige, onderdeden met vullingen van sintelbeton; het resultaat bleek gunstig. Gelegenheid werd gevonden, kennis te nemen van proe ven met z.g. „roodcement”, vervaardigd uit gebrand IJslip en schelpkalk (te zamen gemalen) l). De voorloopig met dit materiaal verkregen cijfers deden verwachten, dat het technisch een scherpe concurrentie kan geven voor het reeds als deugdelijk bekende schelpkalk- trasmeel; de prijszetting bij eventueele fabricage op groote schaal werd met belangstelling tegemoet gezien. Vertrou wen wekte ook, dat reeds circa een eeuw geleden zeer goede waterbouwkundige werken met een analoog samengesteld sindsdien in onbruik geraakt materiaal, zijn uitge voerd; in een van 1822 gedateerden brief vond de toenmali ge Inspecteur-Generaal der Rivieren, Jan Blanken Jz., zelfs aanleiding: „Gode te danken, zooals ik in den grond van mijn hart doe”, dat hij dit materiaal voor het droogdok te Nieuwediep heeft mogen gebruiken.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 1298