30 a
11
VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.
het gebruik van deze
Gedurende de oorlogsjaren gevestigde industrieele
inrichtingen.
In den staat op pag. 1316 zijn de inrichtingen vermeld,
waarvan de oprichting kan worden beschouwd als een ge
volg van de verhoudingen, die door den oorlog in het leven
zijn geroepen.
De staat heeft betrekking op inrichtingen welke in de ja-
ren 19141918 hier ter stede zijn gevestigd.
Een voorname plaats wordt daarbij ingenomen door de
inrichtingen voor het bereiden of voor het conserveeren
van voedingsmiddelen, zooals de onder de Nos. 2 en 22 in
den staat vermelde inrichtingen voor het conserveeren van
groenten.
Deze tak van industrie vóór den oorlog slechts in zeer
geringen omvang voorkomende heeft zich door de be
hoefte aan voedselverdeeling en voedselverzending zeer
sterk ontwikkeld en onderging vele verbeteringen.
De Nos. 10, 23, 28, rooken en stoomen van visch, hebben
goeddeels hun ontstaan te danken aan sterk toegenomen
vraag naar deze producten. Vroeger werd het rooken van
visch in hoofdzaak beperkt tot bokkingbereiding sedert
eenige jaren wordt ook schelvisch gerookt.
In het jaarverslag over 1916 bladz. 2526 is hieromtrent,
ook wat de nieuwere inrichting van rookerijen betreft, een
en ander medegedeeld.
De bereiding van levertraan (26) is ook als eene nieuwe
industrie te beschouwen, vermoedelijk in hooge mate be
vorderd door de moeielijkheden ondervonden in het trans
port, van dit nagenoeg uitsluitend uit Rusland en Scandi
navië aangevoerd product.
Eindelijk mogen tot de inrichtingen, ten behoeve van de
voeding, gerekend worden, ook al zijn deze niet in den zin
van industrieele inrichtingen op te vatten: de Centrale
Keuken door de Gemeente opgericht (30), de noodkeukens
door een vereeniging van particulieren in het leven geroe
pen (31) en de Centrale Keuken voor de Engelsche geïnter
neerden (33).
De ervaring met de oprichting en